Preek van 30 november 2014

Preek van 30 november 2014

Broeders en zusters. Met de adventstijd beginnen we weer het nieuwe kerkelijk jaar. De eerste kaars is al aangestoken.

De adventskaarsen staan symbool voor veel betekenissen en maken ons wakker. Ze staan voor ons verlangen naar geborgenheid, naar harmonie en vrede, die wij diep in ons hart wensen. Tegelijkertijd willen deze kaarsen ons ertoe aanzetten om die verlangens te gaan verwerkelijken. "Weest waakzaam", zegt Jezus in het evangelie van vandaag. Wanneer iemand tegen ons zegt "Weest waakzaam" dan proberen we alert te zijn. We proberen scherp te zien, beter te voelen en te horen waar het op aan komt. Want wij worden opgeroepen om met waakzaamheid de wereld in te trekken. Tegelijkertijd roept het onze verantwoordelijkheid op. Het is een oproep die wij in de Adventstijd elk jaar weer horen. In zijn brief aan de Romeinen zegt Paulus: "Het uur is gekomen om uit de slaap op te staan." Dit veronderstelt ook waakzaamheid. Zo’n oproep is voor iedereen soms nodig, noodzakelijk zelfs. Die oproep sluit naadloos aan bij de parabel van die slimme en domme meisjes. Ook daar gaat het om waakzaamheid. Jezus zegt: "Want ge kent dag nog uur." 

Wat bedoelt Jezus met die oproep tot waakzaamheid? Anthony de Mello schrijft: "De meeste mensen slapen zonder het te weten. Ze worden slapend geboren en ze leven slapend. Ze trouwen in hun slaap en ze voeden hun kinderen al slapend op. Tenslotte sterven ze ook nog in hun slaap zonder ooit wakker geworden te zijn." Deze uitspraak klinkt zo provocerend! Eerlijk gezegd: vaak sluit ik mijn ogen voor de werkelijkheid. Tegen de slaap van gemakzucht, van de oppervlakkigheid en van het gebrek aan interesse is niemand immuun. De Mello provoceert ons omdat hij weet dat we maar al te dikwijls lijden aan een geestelijke vermoeidheid. En die vermoeidheid vervaagt ons zicht op de belangrijke dingen in het leven. Niet alleen door die vermoeidheid, maar ook gemakzucht kan ons doen inslapen en tot een soort apathie leiden. 

Waakzaamheid is zo belangrijk in het dagelijks leven, in onze omgang met elkaar, zelfs in een vertrouwde relatie. Want waakzaamheid heeft alles te maken met ons doen en laten. Waakzaam zijn is ook een gewetensvraag. Jezus zegt tot zijn leerlingen: "Waakt en bidt dat ge niet op de bekoring ingaat." Ook wij kunnen gemakkelijk slapend door het leven gaan. Onze ogen vallen dicht als wij niet alert zijn op wat zich in onze omgeving afspeelt. Jezus roept op tot waakzaamheid, want soms is het leven donker. Dan is het moeilijk voor mensen om stand te houden. Er zijn veel oorzaken waardoor wij ook geestelijk in slaap kunnen vallen. Vandaag is het Jezus zelf, die ons indringend vraagt om waakzaam te blijven. Hij zegt niet wat er zal gebeuren wanneer wij niet waakzaam zijn. Waakzaam zijn duidt hier meer op het herkennen van de tekenen van de tijd en op de werkelijkheid om die onder ogen te zien. Het heden bewust beleven en onze blik voor de noden en zorgen van anderen aan te scherpen. Waakzaamheid is meer dan niet slapen, maar attent zijn voor alles wat kan gebeuren. Waakzaam zijn is de bereidheid om en open staan voor Gods geboren worden in de mens. Beste mensen, laat deze adventstijd een schreeuw zijn vanuit het diepste van ons hart naar God toe. Dat Hij ons hart zal openen, zodat wij niet langer doof blijven voor mensen die ons nodig hebben. 

eerste lezing: Jesaja 63, 16b - 17.19b; 64,3b - 8; tweede lezing: 1 Korintiërs 1,3 - 9; evangelie: Marcus 13,33 - 37. 
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978: 
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Weest op uw hoede, weest waakzaam; want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is. Het is ermee als met een man die in het buitenland vertoeft. Bij het verlaten van zijn huis heeft hij aan zijn dienaars het beheer overgedragen, aan ieder zijn taak aangewezen en de deurwachter bevolen waakzaam te zijn. Weest dus waakzaam, want ge weet niet wanneer de heer des huizes komt, ‘s avonds laat of midden in de nacht, bij het hanengekraai of ‘s morgens vroeg. Als hij onverwachts komt laat hij u dan niet slapend vinden. En wat Ik tot u zeg, zeg Ik tot allen weest waakzaam!"