Preek van 7 januari 2018

Preek van 7 januari 2018

Wij hebben zijn ster in het oosten gezien … Kleine, en grote sterren, … gele, rode, groene en blauwe. Afgelopen jaarwisseling is Nederland het nieuwe jaar ingeknald, en heeft het met veel vuurwerk mogen begroeten: met kleine en grote sterren, … met gele, rode, groene en blauwe.
Wij hebben zijn ster in het oosten gezien …
In het oosten - in het verre oosten - heeft vuurwerk zijn oorsprong, en wel in het China van de 7e eeuw na Chr., ten tijde van de zogenaamde Tang-dynastie. Vuurwerk, zo geloofde men, kon niet alleen boze geesten verdrijven, maar ook geluk en blijdschap veroorzaken. Daarnaast kon het ook door militairen gebruikt worden voor de verlichting van terreinen, of het geven van signalen.
Wij hebben zijn ster in het oosten gezien …
“Laat het licht u beschijnen, Jeruzalem”, hoorden wij zojuist in de 1e lezing, “want de zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen.”
Het is donker in Israël. De zon van recht en gerechtigheid schijnt niet meer over de samenleving. Maar dan vindt er een ommekeer plaats. Boven de stad Jeruzalem laat God de zon van barmhartigheid en gerechtigheid weer opgaan. Zijn licht, zijn heerlijkheid, laat hij over hen stralen. Hij wil weer opnieuw onder de mensen wonen. God wil weer onder zijn volk leven, en belooft hen voorspoed.
Nadrukkelijk wordt hier verwoordt dat deze belofte alle volkeren omvat, dus universeel is. En toch moet het in Israël verwezenlijkte recht, de andere volkeren tot voorbeeld zijn. Niet omdat Israël beter is dan de andere volkeren, maar omdat Gods’ barmhartigheid en rechtvaardigheid maatstaf is voor alles en iedereen. Dit moet zichtbaar gemaakt worden in het gedrag, in het doen en laten van zijn volk.
Eenvoudig zal het niet zijn. Tegenwind zullen zij zeker ondervinden. Vooral wanneer deze boodschap indruist tegen de heersende ideologie van de buitenlandse en vreemde machthebbers. Maar niet getreurd, Jeruzalem: sta op, laat het licht van God u beschijnen, want zijn zon gaat over u op …
“Wij hebben zijn ster in het oosten gezien”, aldus de wijzen in het evangelie, “en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.”
Er komen wijzen aan, uit het oosten. Wijzen, magiërs, astrologen uit Babylonië, het huidige Irak. Bezitters van een bijzondere kennis, speciaal met betrekking tot de uitleg van de loop der sterren, en zijn consequenties voor het wereldgebeuren.
Een ster hebben de wijzen in het oosten gezien, een koningsster. En trekken vervolgens naar Jeruzalem, de koningsstad. De stad waar de beruchte en door joden gehate koning Herodes leeft en regeert. Maar deze komst blijkt een vergissing te zijn. Niet in de koningsstad Jeruzalem moeten zij zijn, maar elders. Herodes wordt ongerust. Zijn schrik en ontsteltenis zijn, vanwege zijn wreedheid, terreur en intimidatie, niet vreemd. In de laatste jaren van zijn leven is hij bijzonder achterdochtig, en beducht voor een rivaal.
De vraag van de wijzen roept bij Herodes echter meer wakker dan alleen het spookbeeld van een politieke rivaal. In zijn vraag aan de hogepriesters en schriftgeleerden vraagt hij niet zozeer naar de geboorteplaats van de ‘koning der joden’, maar veeleer naar die van de Christus, de Messias. In hun antwoord reiken de godsdienstige leiders Herodes meer informatie aan, dan hij van hen gevraagd had. Met het mengcitaat uit het Oude Testament brengen zij naar voren dat Bethlehem, de stad van David, een rivaliserende positie zal innemen ten opzicht van het religieuze en politieke centrum Jeruzalem. Ook geven zij een beschrijving van de toekomstige heilsfiguur, namelijk: een leider die herder zal zijn over Israël, het volk van God, zoals David dat ook is geweest.
Stad en geboorteplaats zijn gevonden. De wijzen, die in het geheim bij Herodes ontboden zijn, gaan meteen op weg. Op weg naar het pasgeboren kind, de pasgeboren heilsfiguur. En zie, de ster! Dezelfde ster, die zij in het oosten hebben gezien, is er ook nu weer om hun de koers te wijzen …
… om ons de koers te wijzen in het leven van iedere dag. Maar, welke ster lopen wij in ons leven achterna? Door welk voorbeeld, p/Persoon of levensbeschouwing laten wij onze levenswandel nog bepalen? Door welke zon laten wij onze levensweg beschijnen? In de 1e lezing roept Jesaja Jeruzalem op om Gods’ barmhartigheid en rechtvaardigheid in gedrag, in doen en laten, zichtbaar te maken. En in het evangelie dat de nieuwe heilsfiguur geen tiran, maar herder zal zijn over het volk van God; net zoals koning David dat ook is geweest.
Welke ster lopen wij in ons leven achterna? Eenvoudig zal het niet altijd zijn. Moeilijkheden zal men zeker ondervinden. Soms zal het stormachtig zijn: met veel regen, kille temperaturen en harde tegenwinden. Soms zijn er ernstige incidenten: met oog- en handletsel, en moet er met luid geknal de boze geesten worden verdreven. Maar soms veroorzaken gele, rode, groene en blauwe sterren ook enige vorm van geluk en blijdschap; en geven ons een signaal, een teken om ons de koers te wijzen in het leven van iedere dag.
Wij hebben zijn ster in het oosten gezien … Ja, welke ster? Amen.

lezing: Jesaja 60,1-6; 2e lezing: Efeziërs 3,2-3a.5-6; evangelie: Matteüs 2,1-12
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Toen dan Jezus te Bethlehem in Juda geboren was ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.’ Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor, waar Christus moest geboren worden. Zij antwoorden hem: ‘Te Bethlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij, Bethlehem, landstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman te voorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israel.’ Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Bethlehem met de opdracht: ‘Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar dat Kind en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.’ Na de koning aangehoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat zij boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieen neer vallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.