Preek van 01 november 2015

Preek van 01 november 2015

Broeders en zusters, ieder jaar horen wij op dit feest van Allerheiligen de zaligsprekingen maar dit jaar raakte de volgende zaligspreking mij: ‘Zalig de zachtmoedigen want zij zullen het land bezitten’.

 

Het raakte mij in eerste instantie niet zozeer vanwege de zaligspreking maar vooral vanwege de belofte: ‘want zij zullen het land bezitten’. Dagelijks worden we geconfronteerd met een onophoudelijke menigte van vluchtelingen. Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld en een gelukkig leven zoeken in een land dat ze niet kennen, ver weg van hun eigen land en dierbaren. Moge die belofte voor hen toch waarheid worden! 

Maar zijn die vluchtelingen nu de zachtmoedigen waarover Jezus het heeft? Wie zijn dat, die mensen zacht van gemoed? Wellicht is het tegendeel makkelijker uit te leggen. Onze tijd wordt zo gekenmerkt door het tegendeel van zachtmoedigheid, namelijk agressiviteit. Het zal niemand van ons moeilijk vallen om zich daar iets bij voor te stellen. Fysieke en verbale vormen van agressiviteit zijn alomtegenwoordig in de samenleving, in de kerk en ja zelfs in een kloostergemeenschap! We lijken er allemaal mee geboren te zijn. 

Waar komt die agressie vandaan? Aangeboren? Een gevolg van stress en de prestatiedruk? Zelf denk ik dat het vooral met het narcisme te maken heeft. Narcisme betekent dat ik mij superieur voelt; dat ik het middelpunt van alles ben. Ik ben de belangrijkste! Alles draait om mij! En als er dan iets gebeurt waarin dat narcisme wordt aangetast, ontstaat er een agressieve reactie en sla je van je af (met vuisten of met woorden). In die zin zijn de vluchtelingen van vandaag inderdaad slachtoffers van dit wereldwijd verbreide narcisme. Politieke, religieuze en militaire leiders die zichzelf tot middelpunt maken. Alles en iedereen moet voor hun macht wijken. Ze nemen zoveel ruimte in dat zij andere wegdrukken, wegjagen tot aan en zelfs tot over de grens van hun ruimte. 

In die zin zijn de vluchtelingen van vandaag de zachtmoedigen die Jezus zalig prijst, een hart onder de riem steekt! Deze mensen zijn slachtoffer van agressie en wijken voor dit geweld. Ze hadden ook terug kunnen gaan en terug kunnen slaan. Iemand zei mij laatst. ‘Waarom komen die jonge mannen toch hierheen. Laat ze teruggaan en vechten!’ Dat is het antwoord van de wereld vol narcisme maar niet van Jezus en zijn koninkrijk. Zachtmoedig betekent dat je niet handelt vanuit trots of macht, vanuit geweld maar dat je die agressiviteit beantwoord met vriendelijkheid, met niet de eerste willen zijn. Let op! Dit vraagt moed: de moed om zacht te zijn! 

Zij zullen het land bezitten. Welk land? De zachtmoedigste mens volgens de bijbel, Mozes, mocht wel het beloofde land zien maar hij mocht het niet bezitten. Het land kan bij Jezus niets anders zijn dan het koninkrijk der hemelen, dat grote synoniem voor God zelf. De zachtmoedigen mogen binnengaan in die oneindige ruimte van God zelf! Hij zal hun land zijn. Hij zal hun beschermen. Hij zal ruimte maken voor deze uitgestotenen. 

Zachtmoedigen! In die grote menigte van heiligen kunnen we mooie voorbeelden zien van de moed om zacht te zijn te midden van een wereld vol agressie. Het zijn bekende of onbekende, bewuste of onbewuste volgelingen van Jezus. Deze bekenden maar de onbekende zachtmoedigen leven nu voorgoed in het land dat God zelf is. Een ruimte die zij reeds hier op aarde bewoond hebben. Moge hun voorbeeld ons de moed geven om zachtmoedig te zijn want we mogen nooit vergeten dat wij geroepen zijn tot heiligheid. Ook wij hebben de roeping om een heilige te worden dat is het enige doel van het christelijk leven. Laten we ons vandaag voeden door Jezus, de zachtmoedige. Hij die gezegd heeft Komt allen tot Mij want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. 

Eerste lezing: Openbaring 7,2-4.9-14; tweede lezing: 1 Joh. 3,1-3 evangelie: Matt. 5,1-12a. 
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978: 
Toen Jezus deze menigte zag, ging Hij de berg op en, nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus: ‘Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen. Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.