Preek van 06 juli 2014

Preek van 06 juli 2014

"Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt." Zusters en broeders, wij houden van helden. 

Nu zijn het de voetbalhelden, straks de fietshelden in de Tour de France, en een beetje later de helden van de Tilburg Ten Miles. Bij alle verwondering en bewondering voel ik ook altijd schaamte. Want, als ik de trap oploop naar de tweede verdieping, kom ik buiten adem boven. Ik voel me helemaal geen held. 

Er zijn ook geloofshelden. Vorige zondag vierden wij, vol bewondering en dankbaarheid, het hoogfeest van Petrus en Paulus. Twee helden van geloof, twee zuilen van de kerk. Ik voel me in hun gezelschap altijd maar een kleine gelovige, een 'kleingelovige'. Zij doen mij de vraag stellen wat ik van mijn christen-zijn maak. Er is in mij weinig heldenmoed en zeker voel ik mij geen sterke zuil. En als ik dan aan pater Frans van der Lugt denk … Ter wille van Christus en het evangelie bleef hij trouw op zijn post in Homs te midden van het gevaar. En onze broeders van Thiberine doen me ook beschaamd staan. 

Het doet mij de vraag stellen naar mijn geestelijke conditie. Ben ik wel echt bekeerd tot Christus? Heb ik me al echt en definitief aan Hem toevertrouwd? Is het evangelie het richtsnoer en de vreugde van mijn leven? Soms lijkt het, die mooie witte kovel en het monnikenleven, al heel wat voor de toevallige, oppervlakkige toeschouwer, maar ik weet wel beter. Het líjkt meer maar het ís minder. En toch herken ik mij in Petrus en Paulus, in pater Frans van der Lugt, en in mijn broeders van Thiberine. Ik verlang ernaar te geloven zoals zij, voor honderd procent een gelovig mens te zijn. Maar in het dagelijkse leven voel ik mij dikwijls een slappeling in het geloof. Pijnlijk ben ik mij bewust van mijn halfheid en mijn ontrouw. Ik durf te veronderstellen dat ik hier niet de enige ben met die armzaligheid van zijn geloof. Wij weten ons geen helden, geen zuilen, geen acrobaten in het geloof. Soms blijkt dat het christendom maar een dun laagje is. Er hoeft niet veel te gebeuren of de onderliggende ónbekeerde natuur eist zijn rechten op. De last van onze ontrouw en onze halfheid weegt. 

Het is alsof Jezus onze gedachten heeft gelezen. Daarom zegt Hij vandaag: "Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt." Hij weet inderdaad van de zwakheid van mensen. Hij heeft die ook bespeurd bij zijn tijdgenoten, zelfs bij zijn leerlingen. Velen gingen gebukt onder de wet die een drukkende last was geworden. De schriftgeleerden hadden de wet die moest dienen ter bevrijding gemaakt tot een haast ondraaglijke last. 

En er waren toen, zoals nu, de gewone lasten van het leven die voor sommigen bij tijden zwaar kunnen doorwegen. Wat kunnen mensen soms al niet te dragen krijgen! Bij al onze welvaart gaan veel mensen gebukt onder een onbenoembare, verborgen, half bewuste, maar alles doortrekkende angst. De jonge mens wordt aangelokt door de onbegrensde mogelijkheden van de sociale media, maar vraagt zich tegelijk beangstigend af hoe zichzelf te blijven nu hij zich kan uitgeven voor wie en wat hij maar wil. De jonge ouders met beiden een baan, nóg een baan die toekomst en zekerheid geeft voor hun kinderen, zijn bang dat de oprukkende robot hun van hun werkgelegenheid zal verdringen. En de oude en ouder wordende mensen voelen zich steeds meer tot zorgobject en zorgprobleem gemaakt en zij vragen zich met angst af wie voor hen zal zorgen als zijzelf daartoe niet langer in staat zijn. En kan dat dan nog betaald worden? Er is angst om wat er met onze wereld, met de natuur staat te gebeuren. Angst voor de oprukkende Islam. Angst soms, zelfs voor God, die als een strenge rechter en als een boze boeman beleefd wordt. "De mens", zo zingen wij in het lied van Jan WitOver het menselijk bestaan, "de mens is ten prooi aan duizend vrezen." Soms weegt dat alles voor sommigen té zwaar. Je kunt het in de krant lezen tussen de regels van de overlijdensadvertenties van soms nog jonge mensen. 

Dan zegt Jezus vandaag tot al deze mensen en tot ieder van ons: "Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt." "Hij weet wat er is in de mens" (Joh.). Hij weet van de hoogte van deugd en edelmoedigheid waartoe mensen, met Gods genade, in staat zijn. Maar Hij weet ook van de diepte van lijden en droefheid, van angst en vertwijfeling die de mens kunnen beheersen, van zonde en schuld om wat in een duistere verleden ooit gebeurd is. Zo mogen wij naar Hem, naar Jezus toegaan. Immers, Hijzelf heeft deze lasten gedragen. Hij is die niet uit de weg gegaan. "Hij is in alles aan ons gelijk geworden", zegt de Hebreeënbrief, "behalve in de zonde." "Omdat Hijzelf de proef van het lijden heeft doorstaan, kan Hij allen helpen die beproefd worden" (2,17.18). En, bedenken wij het wel, die Jezus is geen held, geen Übermensch. Denk aan de woestijn: Hij werd bekoord zoals wij. Denk aan de Hof van Olijven: Hij was angstig ten dode toe. Hij kende de vernedering en de zwakheid van elke mens. Het gaat hier over die wondere zwakheid van God, waarvan Paulus zegt dat ze krachtiger is dan elke menselijke kracht (1 Kor.1,25). Jezus' kracht ligt in zijn zacht, zachtmoedig en nederig hart. "Hij is niet met macht en uiterlijk vertoon onder ons verschenen" (oratie). Hij is zo sterk én zo zwak als de liefde. 

Deze Jezus zegt tot ieder van ons: "Komt tot Mij, leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart." 'Kom', dat wil zeggen, blijf niet moedeloos neerzitten, sta op, vereenzelvig je niet met je angsten, je bent meer. 'Plus est en vous'. Vergeet nooit, en durf het toch te geloven, dat ook jij geschapen bent "naar Gods beeld en gelijkenis" (Gen.), dat ook jouw "naam geschreven staat in de palm van Gods hand" (Apk.). 'Ook jij bent met waardigheid, met schoonheid gekroond" (Psalm 8). Hoe zou Hij jou aan je lot overlaten? Kom en wees niet bang! Vrees niet! "Kom, kom maar gerust", zegt Hij. Maar Hij neemt het juk niet van ons af. Wij moeten het zelf dragen. Hij doet ons ook geen handige technieken aan de hand om de zorgen de baas te worden. Hij zegt gewoon: kijk naar Mij en leert van Mij hoe met het juk van angst en zonde om te gaan. "Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart." Zachtmoedigheid en nederigheid, twee levenshoudingen die niet in de mode zijn. Dat klinkt erg soft. Daar kom je in onze wereld niet ver mee. En toch, zegt Jezus, is dat de enige manier om waardig te kunnen dragen wat gedragen moet worden. 

Een mooi beeld van die nederige zachtmoedigheid kregen we in de eerste lezing over de koning die "deemoedig is en rijdt op een ezel". Hij vereenzelvigt zich met het lastdier dat hem draagt. Hij laat zien dat er in God geen geweld is, geen militair en geen moreel geweld. Geweld of dwang kunnen zich nooit op God beroepen. Dat deden de Kruisvaarders ooit ten onrechte. Dat doen de Isis-strijders vandaag ten onrechte. 

Jezus is de zachtmoedige die ons leert, die ons vraagt dat wij van ons hoge en trotse paard af moeten komen, Hij leert ons dat wij dat niet nodig hebben om iemand te zijn, dat wij onze kleingelovigheid en onze angsten, onze zwakheid en zonde niet moeten verbergen of verdringen. Van Hem kunnen wij leren dat zachtmoedigheid die wondere combinatie is van zachtheid, mildheid en bescheidenheid met fierheid en moed en kracht . Wij hoeven geen helden te zijn. Misschien zijn de echte helden wel zij die zonder zelfbevestiging en zonder zelfbeklag in stilte het juk dragen dat het leven hen oplegt? Laten wij in deze eucharistie in groot vertrouwen naar Hem toegaan. Dan wordt ook voor ons het evangelie een vreugde, een lichte last omdat wij hem dragen zoals Jezus ons heeft geleerd en voorgedaan. Hij zal ons rust en verlichting schenken. Amen. 

eerste lezing: Zacharia.9,9 - 10; tweede lezing: Romeinen 8,9.11 - 13; evangelie: Matteüs 11,25 - 30. 
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978: 
In die tijd sprak Jezus: "Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kinderen. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd. Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon tenzij de Vader, en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren. Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht."