Preek van 1 januari 2020

Preek van 1 januari 2020

Zusters en broeders, Zalig Nieuwjaar!
We wensen elkaar gedurende deze dagen al het goede toe. Een Zalig Nieuwjaar! Een gezegend Nieuwjaar! Goede gezondheid! De beste wensen! In al deze wensen die wij uitspreken en mogen ontvangen klinkt heel veel hoop. Wij hopen op al het goede voor dit komende, nieuwe jaar. Het elkaar toezeggen van zoveel goeds maakt deze dag altijd zo bijzonder. Maar beperken we dit niet vaak tot een enkele dag per jaar? Zou ons eigen leven en de wereld er niet beter uitzien wanneer wij eens meer zouden zegenen, elkaar het goede toe zouden wensen?

Als je echter naar de wereld kijkt - en misschien ook wel naar je eigen leven - dan is er misschien weinig reden tot hoop. Het duistert wellicht in je eigen leven door de confrontatie met ziekte, dood, pijn of verdriet van jezelf of je dierbaren. Is er in die duisternis nog hoop?
Ook als je naar de Kerk kijkt dan is er weinig reden tot hoop. Nog minder mensen gingen naar de kerk in de afgelopen tien jaar. Verdwijnt het geloof? Verdwijnt de kerk? Verdwijnt het klooster? Waar zijn we over tien jaar? De discussies rond de kerken op het Heike of de Heuvel, waar gaat het over? Is er in deze kerkelijke duisternis nog hoop?
Ook als je naar de maatschappij kijkt dan lijkt er toch weinig reden tot hoop te zijn. Australië brandt als nooit tevoren. De branden in de Amazone waren heviger dan ooit. Berichten over hevige overstromingen dan hier, dan daar. Het weer wordt extremer, droger, natter, heter. De klimaattop in Madrid mislukte omdat zoveel landen hun eigen belangen en die van de grote industrie belangrijker vonden dan eindelijk maatregelen te nemen, de schreeuw van een toekomstige generatie werd niet gehoord. Nog nooit zijn er zoveel mensen op de vlucht. Bijna 71 miljoen mensen! Nationalisme, het eigen belang lijkt het te winnen van ‘samen’ en gemeenschap. We zijn Brexit-moe: laat ze maar gaan, ondanks teleurgestelde gevoelens van liefde. We leven in een wereld vol onrust, intolerantie en tegelijk hebben we het nog nooit zo goed gehad. Je kunt er voor kiezen om voor al deze duisternis waarin we leven je kop in het zand te steken en je af te sluiten voor al deze vragen die wereld, kerk en je eigen leven oproepen. Je afsluiten en jezelf opsluiten in je eigen wereldje van zogenaamd geluk is echter niet het christelijke antwoord. Wij geloven immers in een God die zich de realiteit van de wereld, van ieder mensenkind aantrekt. Hij doet dat omdat Hij in ons geloofd, ons liefheeft en hoop op ons blijft stellen.

Geloof, hoop en liefde. Dat is Gods grondhouding, dat is de houding van Maria en is het ook onze grondhouding? In Maria ontdekken we dat geloof, dat soms in de liefde verborgen ligt. In haar ontdekken we liefde die vlees en bloed wordt. In haar ontdekken we de hoop die in liefde vertaald wordt. De liefde is inderdaad de grootste van de drie!

We mogen dat in Maria ontdekken omdat zij al deze woorden in haar hart bewaarde. ‘Al deze woorden’ dat wil zeggen al de woorden die rond en over Jezus verteld waren. In feite zijn al deze woorden samen te vatten in dat ene woord: Jezus! Dat ene woord, die ene naam, betekent ‘God redt!’ In dat Woord ligt onze hoop om in de duisternis overeind te blijven. Ik wens ons allen toe dat wij in het nieuwe jaar dat ene Woord, Jezus, in ons hart bewaren. Laat dat Woord ons leven bezielen, geheel en al: ons hart, ons verstand en onze kracht. God redt! Dat is ons geloof te midden van de duisternis. God redt! Dat is de liefde die wij te midden van de duisternis hebben mogen ervaren. God redt! Dat is de hoop, de lichtstraal die onder de deur van de duisternis binnen valt, soms even, onverwacht.

Als wij dat ene Woord Jezus, God redt, vlees en bloed laten worden in ons leven dan dringen we de duisternis een stukje terug, in afwachting van die dag die komen zal dat God uiteindelijk zal redden en alle duisternis zal verdrijven en onze tranen zal afdrogen. Jezus in je hart meedragen in het komende jaar is geen vrome oefening maar een daadwerkelijke inzet en betrokkenheid bij de wereld die zucht en kreunt naar verlossing.

Broeders en zusters, in al onze goede wensen, wensen we vandaag als gelovigen elkaar dit ene woord toe: Jezus. Moge God u redden! Moge God in uw duisternis geloof, hoop en liefde zijn. Hoe klein en kwetsbaar ook. Kijk naar Maria op deze eerste dag van het nieuwe jaar en zie hoe geloof, hoop en liefde vlees en bloed werden in haar duisternis. Daardoor werd zij niet alleen Moeder van God, maar ook troosteres van de bedroefden, heil van de zieken, toevlucht van de zondaars, hulp der christenen, ja zelfs de deur naar de hemel. Moge in uw duisternis iets van Gods licht binnenvallen! ZALIG NIEUWJAAR!

1e lezing: Numeri 6, 22-27; 2e lezing: Galaten 4, 4-7; evangelie: Lucas 2, 16-21
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd haasten de herder zich naar Betlehem en vonden Maria en Jozef, en het pasgeboren kind dat in de kribbe lag. Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd. Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na. De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd. Een week later, toen de tijd gekomen was dat Hij besneden moest worden, kreeg Hij de naam Jezus, die door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.