Preek van 7 oktober 2018

Preek van 7 oktober 2018

Broeders en zusters, iedere dag lezen wij monniken een stukje uit onze Regel. Vandaag roept Sint Benedictus ons op om niet te snel te zijn met ons spreken maar het stilzwijgen te koesteren. Stilte getuigt soms van wijsheid. Het Woord van God, de lezingen van vandaag, maken het ons moeilijk of wellicht beter: ongemakkelijk. Want hoe klinkt dit woord van God in een samenleving waarin 1 op de 4 huwelijken strandt? Hoe klinkt dit woord in een kerk waarvan sommigen van haar celibataire dienaren er ook niet veel van terecht bakken. Moet je dit woord van God over de onverbreekbaarheid dan toch verkondigen? Is het niet wijs om hierover te zwijgen?
Maar het tweede woord van God over het kind voelt net zo ongemakkelijk aan in een samenleving die niet schroomt om kinderen zonder pardon uit te wijzen en om helemaal maar te zwijgen over al die gruwelijke onthullingen van misbruik binnen de kerk. Wie we ook zijn maar dit woord van God vervult ons allen met schaamte en pijn. Is het niet wijs om hierover maar te zwijgen? En toch klinkt dit Woord van God als een boodschap van hoop en bemoediging. Maar hoe?
Paus Franciscus noemt de kern van het evangelie, de blijde boodschap van Jezus, altijd een revolutie van tederheid. Het is ook vanuit dit perspectief dat we het evangelie van vandaag moeten lezen en overwegen. Te midden van een wereld, zowel maatschappelijk als godsdienstig, vertelt Jezus het verhaal van de tederheid, van de liefde die niemand uitsluit. Het is niet het evangelie van de hardheid maar van de liefdevolle tederheid. De farizeeën verkondigen steevast het evangelie van de hardheid: Het staat een mens niet toe! Er staat geschreven! Men verkondigt geen geloof maar een aantal geloofsregels. Hun woorden zijn radicaal, hard en kil. Jezus kiest voor een andere weg, die zacht en liefdevol zijn maar vaak nog radicaler.
Liefde verdrijft bij Jezus al het andere uit het middelpunt: liefde relativeert al het andere; liefde krijgt de prioriteit boven al het andere; boven alles. Liefde vormt niet alleen het hart van Jezus’ onderricht; liefde is ook de hartslag van zijn dagelijks leven. Waar een mensenmassa weigert de normale beleefdheid op te brengen voor een maatschappelijke paria met de naam Zacheus, ziet Jezus hem hoog in de boom zitten, en behandelt hij hem met waardigheid en respect. Waar de leerlingen een hongerige menigte zien en die proberen weg te sturen, geeft Jezus hun te eten. Waar de leerlingen een vrouw zien met een andere cultuur en een andere religie, vragen ze Jezus om haar weg te sturen, maar Jezus biedt haar een luisterend oor en vervult haar behoefte. Waar de leerlingen een groepje luidruchtige kinderen zien, proberen zij die weg te sturen, maar verwelkomt Jezus hen met open armen. Verhaal na verhaal en zonder uitzondering zien we dat liefde de motiverende kracht is in het leven van Jezus.
Dat is de revolutie van de tederheid die haak staat op de hardheid van ons menselijk hart. Jezus kiest niet voor de weg van het wegsturen of het nu om een vrouw gaat of om een kind. Hij kiest voor de weg van de liefde en dat is niet de weg van de minste weerstand maar een weg die vraagt om geduld, overgave, trouw etc. Trouw blijven aan die tedere liefde is trouw blijven aan God die ons ook op die manier bemind.
Willen wij als samenleving en als kerk de crisis in onze onderlinge relaties overwinnen – in het groot en in het klein – dan zullen we de kant moeten kiezen van de revolutie van de tederheid. Geen gemakkelijke keus maar wel één die er voor zorgt dat er eenheid en vrede ontstaat. Het klinkt als een dwaasheid maar wellicht is het toch een grote wijsheid!

1e lezing: Genesis 2,18-24; 2e lezing: Hebreeën 2,9-11; evangelie: Marcus 10,2-16
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Er kwamen ook Farizeeën die Hem vroegen: ‘Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?’ Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen. Hij antwoordde hun met een wedervraag: ‘Wat heeft Mozes u voorgeschreven?’ Zij zeiden: ‘Mozes heeft toegestaan een scheidingsbrief op te stellen en haar weg te zenden.’ Doch Jezus antwoordde hun: ‘Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover. Hij sprak tot hen: ‘Wie zijn vrouw wegzendt en een ander huwt, maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man wegzendt en een ander huwt, begaat zij echtbreuk.’ De mensen brachten kinderen bij Hem met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Toen Jezus dat zag, zei Hij verontwaardigd: ‘Laat die kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.’ Daarop omarmde Hij ze en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde.