Binnen de kloostermuren zijn de Duitse, Oegandese, Indonesische, Belgische en Nederlandse nationaliteit vertegenwoordigd. Tot nu toe maken de broeders zich verstaanbaar met een mengeling van Engels en Nederlands, mede dankzij de taallessen bij Taalinstituut Regina Coeli in Vught. Maar de praktijk blijkt weerbarstig, want niet iedereen is deze talen voldoende machtig om te delen wat ze op het hart hebben.
Werken aan taalvaardigheid
De wens van de broeders is om op Koningshoeven Nederlands te spreken. Daar maakten ze werk van door Esther van Berkel en Yvonne Tupker van Regina Coeli uit te nodigen op de abdij om er een workshop te verzorgen. Deze ging niet over ‘Nederlandse woordjes stampen’, maar over ‘Samen werken aan taalvaardigheid’. Zo leerden de broeders dat niet iedereen op dezelfde wijze een taal leert. En dat het durven spreken van een nieuwe taal voor een groot deel afhangt van motivatie, zelfvertrouwen, plezier en relevantie.
Begripvol corrigeren
De twee workshopleiders benadrukten dat oefenen, doen, herhalen en nog eens herhalen belangrijk bijdragen aan de taalvaardigheid. Ze gaven de broeders ook enkele handreikingen om elkaar te helpen, tot iedereen Nederlands spreekt. De eigen taal is hierbij van belang: de Nederlandse broeder spreekt Nederlands tegen de Engelstalige broeder. De Engelstalige broeder spreekt op zijn beurt Engels tegen de Nederlandse broeder. Zo leren ze van elkaar. Ook kregen ze de tip om regelmatig samen een Nederlands boek te lezen en daarover te praten. Verder stimuleerden de workshopleiders de broeders elkaar bemoedigend en begripvol te corrigeren als iemand een foutje maakt in woordkeuze of zinsconstructie. De broeders zijn sindsdien hard aan de slag hun taalvaardigheid te vergroten. Zodat zij elkaar straks qua taal echt kunnen verstaan.
Op de foto: Yvonne Tupker (links) en Esther van Berkel van Taleninstituut Regina Coeli verzorgden een taalworkshop op Koningshoeven.