Preek van 1 november 2020

Preek van 1 november 2020

Broeders en zusters, “Alleen sámen krijgen we corona er onder!” Zo luidde de slogan van ons kabinet tijdens de eerste coronagolf. Vanaf het begin van de crisis wappert er voor ons huis en op het poortgebouw een vlag met daarop de tekst: “Met elkaar. Voor elkaar!” Er was inderdaad gedurende de eerste golf een groot saamhorigheidsgevoel. Er waren tal van grote en vooral kleine initiatieven waarbij dit saamhorigheidsgevoel versterkt en gevoed werd door daden van, vooral, kleine goedheid.

Nu we volop in de tweede golf zitten, hoor je nog nauwelijks deze slogan: “Alleen samen krijgen we corona er onder!” Klapten we eerst onze handen stuk voor de mensen in de zorg, nu krijgen ze de klappen. Soms zelfs letterlijk! Mensen zijn het moe en trekken zich terug in hun eigen bubbel. Families/gemeenschappen lijden onder voortdurende discussies en spanningen. Jongeren worden depressief, werkenden verliezen het perspectief. Er zijn zelfs mensen die hardop durven zeggen dat de natuur nu eenmaal zo werkt en de zwakken doodgaan en de sterken zullen overleven. De saamhorigheid staat op springen.

Te midden van deze wereld – waarin we dan ook nog eens geconfronteerd worden met onzichtbaar barbaars geweld dat plots mensenlevens kan wegrukken en kapot maken – vieren we vandaag de gemeenschap van de heiligen. Het openingsgebed vat het zo kernachtig samen: “God, vandaag gedenken wij in één feest alle heiligen, gekend of ongekend, die in U geloofden, en bij leven en bij sterven hun menselijke hoop aan uw goddelijke liefde hebben toevertrouwd. Met hen en U zijn wij verbonden tot de gemeenschap van de heiligen.”

Al deze heiligen waren gewone mensen die in God geloofden, en bij leven en bij sterven hun menselijke hoop aan Gods liefde hebben toevertrouwd. Zo hebben zij hier op aarde al gebouwd aan een gemeenschap van broederschap en solidariteit. Het mooie van de gemeenschap van de heiligen is, dat het geen eenheidsworst is of een gemeenschap van alleen maar dezelfde mensen. We kennen apostelen, evangelisten, martelaren, maagden, kerkleraren, belijders, mannen en vrouwen, koningen en huismoeders, bejaarden en kinderen. Ja, zelfs, heilige monniken! De gemeenschap van de heiligen laat zien dat je dankzij de verschillende talenten die mensen hebben toch één gemeenschap kunt vormen. De heiligen vinden hun eenheid in de verscheidenheid in God zelf. Hij mag dan één zijn, maar in een verscheidenheid van gaven.

De zaligsprekingen die we in het evangelie gehoord hebben, zijn ook de karkatereigenschappen van Jezus zelf die wij in onze groei naar heiligheid ons eigen kunnen maken: arm van geest zijn, vrede stichten, in vervolging standhouden, zuiver van hart zijn. Al deze karkatereigenschappen van Jezus maken ons tot gelukzalige mensen wanneer wij onze hoop aan Gods liefde toevertrouwen. Onze hoop is die gemeenschap, die heiligheid, dat gelukzalige leven hier en later. Het is geen ijdele hoop, omdat Jezus zelf ons dit heeft voorgeleefd en zovelen, bekende en onbekende medemensen, dit gedaan hebben in zijn voetstappen.

Er is veel polarisatie om ons heen. Het lijkt wel alsof wij samen in eenzelfde roeiboot in een storm zitten. Iedereen roeit in zijn eigen tempo of slaat elkaar met de roeispanen om de oren, men raakt verstrikt in elkaars roeispanen. Het gevolg is dat het bootje van onze wereld nog meer heen en weer geslingerd wordt in de storm. De gemeenschap van de heiligen laat ons zien, dat dankzij onze verschillen wij allen samen en in hetzelfde tempo kunnen roeien te midden van de stormen van deze tijd. Alleen samen zullen we het geluk en de heiligheid bereiken. Het gaat niet om grote daden maar om het kleine gebaar van samen roeien met de riemen die we hebben, ieder op zijn eigen plek.

Allerheiligen doet mij altijd denken aan die prachtige roosvensters. Al die heiligen zijn als al die gekleurde stukjes glas. Ieder afzonderlijk mooi en kostbaar en toch vormen ze een geheel, een gemeenschap. Het licht dat door het raam schijnt – Gods licht – laat hen stralen: eenheid in verscheidenheid. Deze schoonheid brengt ons troost, geeft ons hoop. Alleen samen krijgen we deze crisis er onder! Moge de heiligen onze voorsprekers en helpers hierbij zijn!

1e lezing: Openbaring 7, 2-4, 9-14; 2e lezing: 1 Joh. 3, 1-3; evangelie Matteüs 5, 1-12a
Evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978
Toen Jezus deze menigte zag, ging Hij de berg op en, nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus: ‘Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen. Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.