Preek van 01 november 2014

Preek van 01 november 2014

"Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden." Op dit moment lijkt het erop dat het begrip ‘barmhartigheid’ weer helemaal terug is.

Paus Franciscus roept ons als gelovigen telkens weer op tot het vormen van 'een kerk van barmhartigheid'. Vandaag, op dit hoogfeest van Allerheiligen, zien we de hemel opengaan en daar zien we een menigte van getuigen die niemand tellen kan op wie het woord van toepassing is: "Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden." En hiermee gaat niet alleen de hemel open, ook de kerk gaat vandaag voor ons open en we mogen in die triomferende kerk een huis van gemeenschap zien, een huis dat iedereen ontvangt en een huis van harmonie. Deze blik in de hemel geeft ons op dit feest vooral hoop ook voor ons, de strijdende kerk hier op aarde. 

Wat is barmhartigheid? Barmhartigheid is allereerst een eigenschap van Jezus zelf. Hij is als afstraling van God, de icoon die God zichtbaar maakt in onze wereld, de barmhartige bij uitstek. Van Hem weten we dat Hij in zijn woorden en daden is als het huis van de Vader waar plaats is voor velen. Zondaars en rechtvaardigen, goeden en slechten, gezonden en zieken. Iedereen heeft toegang tot het hart van de Zoon en daarmee tot het huis van de Vader. 

De heiligen die wij vandaag in de hemel zien, zijn inderdaad binnengegaan in dat huis van barmhartigheid. Zij hebben zich laten omhelzen door de barmhartige liefde van de Zoon. Ze hebben zich laten oppakken langs de weg van het leven door Jezus, de barmhartige Samaritaan. Zij hebben zich laten dragen op de schouders van Jezus, de barmhartige Goede Herder. Zij hebben zich laten omhelzen door de barmhartige Vader. Kortom, wie barmhartig wil zijn, zal zelf eerst barmhartigheid moeten ondervinden. 

De heiligen zijn niet als wereldvreemde mensen vol afschuw en angst gevlucht in dat huis van barmhartigheid. Integendeel. Eenmaal die barmhartigheid van God ervaren te hebben wil men niets anders meer dan die barmhartigheid ook uitdragen, zichtbaar maken te midden van al die andere mensen die barmhartigheid zo nodig hebben. Barmhartigheid ervaren betekent niet dat men zich opsluit in een innige omhelzing met God om vervolgens de rest uit te sluiten. Barmhartigheid ervaren, maakt barmhartig. 

In de barmhartige omhelzing hebben de heiligen geleerd wie God werkelijk is. Zij hebben God gezien zoals Hij is. Vanuit dit zien zijn zij gegaan naar alle hoeken van de aarde om de vreugde van het evangelie te verkondigen: de vreugde dat God barmhartig is en omziet naar Zijn volk. Kerk-zijn betekent Volk van God zijn, in overeenstemming met het grote liefdesplan van de Vader. Dat houdt in gist te zijn van God te midden van de mensheid. Dat wil zeggen het heil van God te verkondigen en te brengen in deze wereld van ons, die vaak verdwaalt, die er behoefte aan heeft antwoorden te krijgen die bemoedigen, die hoop geven, die nieuwe kracht onderweg geven. De kerk moet de plaats van belangeloze barmhartigheid zijn, waar allen zich welkom kunnen voelen, bemind, vergeven en bemoedigd om te leven naar het goede leven van het evangelie. 

De heiligen laten ons vandaag een kerkgemeenschap zien waar allen welkom zijn, bemind worden, vergeving vinden en bemoedigd worden om te leven naar het goede leven van het evangelie. Zo’n gemeenschap willen ook wie hier op aarde, in onze gezinnen en hier in ons klooster zijn. De heiligen laten zien dat het mogelijk is. Wij zijn er nog niet, maar Allerheiligen is het feest van de hoop. Van belang is dat wij nu reeds als heiligen gaan leven: "Zalig de barmhartigen want zij zullen barmhartigheid ondervinden." 

eerste lezing: Apokalyps 7,2 - 4.9 - 14; tweede lezing: 1 Johannes 3,1 - 3; evangelie: Matteüs 5,1 - 12a. 
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978: 
Toen Jezus de menigte zag ging Hij de berg op, en nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus: "Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen. Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. Zalig zijt gij wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel."