‘De grens is bereikt.’ Met dit plan wil de leider van de grootste regeringspartij de druk op de coalitie opvoeren. Zo wil hij binnen enkele weken de grenzen voor alle asielzoekers sluiten, moeten Syriërs in Nederland naar hun land terug, alsmede enkele azc’s hun deuren sluiten. Als het kabinet dat niet binnen een paar weken op de rails zet, dan dreigt hij met een kabinetscrisis, zo zei hij afgelopen week op een speciaal ingelaste persconferentie.
“Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen”, hoorden wij zojuist in de eerste lezing, “stopten hun oren toe en stormden als één man op hem af. Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem.”
Stefanus wordt door een woedende menigte in Jeruzalem gestenigd. Hij is een man die vol van de heilige Geest is, en met grote wijsheid spreekt. Maar sommige leden van de synagoge der Vrijgelatenen “… begonnen met Stefanus te redetwisten, maar zij konden niet op tegen de wijsheid en tegen de geest waarmee hij sprak.”
Waarover dit conflict gaat, wordt niet genoemd. Misschien gaat het over de joodse wet en tempel, en zullen sommigen wel gevonden hebben dat Stefanus daartegenover een kritische houding aanneemt. Zijn redevoering daarna in het Sanhedrin, ook niet in de lezing opgenomen, loopt op een kritische bedenking over de tempel uit. De leden van het Sanhedrin reageren hierop negatief en agressief. Zij roepen, schreeuwen met luide stem, en houden hun oren dicht.
Eensgezind, als één man, stormen zij op Stefanus af. Zij slepen hem buiten de poort, en stenigen hem: eenstemmig, gezamenlijk, en als één gemeenschap. We krijgen hierbij de indruk dat de steniging een spontane daad is. Een emotionele daad, waarbij het uitspreken van een vonnis achterwege is gelaten. Veeleer een lynchpartij dus, dan een executie na een doodvonnis. Was ook voor hen de grens bereikt?
In het verhaal van Stefanus’ terechtstelling vallen de overeenkomsten met Jezus’ kruisdood meteen op. Zo wordt hij hier voorgesteld als iemand die Jezus letterlijk navolgt, zelfs tot in de dood toe. Net als Jezus sterft ook Stefanus buiten de stadspoort. Net als Jezus bidt ook hij voor hen die hem ter dood brengen.
“Niet alleen voor hen bid ik”, aldus Jezus tot zijn Vader, “maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U.”
Jezus en zijn leerlingen zijn in Jeruzalem bijeen, en houden samen het paasmaal. Na het breken van het brood en het ronddelen van de beker, houdt Jezus een lange afscheidsrede. Woorden die zij op dat moment nog niet kunnen begrijpen. Pas na de verrijzenis, en verlicht door de heilige Geest, komen zij tot inzicht van wat Jezus voor zijn dood heeft gezegd en gedaan. Tijdens het Laatste Avondmaal heeft Jezus niet alleen tot zijn leerlingen gesproken, maar heeft hij ook voor hen gebeden: opdat zij allen één mogen zijn.
Opdat zij allen één mogen zijn. Eensgezind, gezamenlijk, en als één gemeenschap. Niet alleen de twaalf apostelen zelf, maar ook de leerlingen en volgelingen in de generaties daarna. Dus ook wij, vandaag de dag! Het gebed strekt aldus zijn armen uit om ook de latere, toekomstige geslachten te kunnen omvatten: en wel zij die niet door een fysieke ontmoeting met Jezus, maar door woord, daad en verkondiging tot het geloof zijn gekomen, … en nog tot het geloof zullen komen. Opdat ook zij, … opdat ook wij allen één mogen zijn. Eensgezind, gezamenlijk, en gemeenschappelijk van Gods’ Blijde Boodschap in de wereld getuigen: in doen en laten, in woord en daad, met vallen en opstaan.
Opdat wij allen één mogen zijn. Ja, eensgezind en gezamenlijk in wat? De laatste jaren is eenheid in de samenleving soms ver te zoeken. Antisemitisme, vreemdelingenhaat, polarisatie, een houding van ‘wij versus zij’ winnen in de maatschappij steeds meer terrein. Ook politieke partijen die dergelijk gedachtegoed propageren, worden salonfähig, krijgen bij verkiezingen steeds meer stemmen, en treden zelfs toe tot de regering. Niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa, de VS en de wereld. Is nu ook bij ons de grens bereikt?
In de eerste lezing bidt Stefanus voor hen die hem ter dood brengen. En in het evangelie bidt Jezus dat zijn leerlingen één mogen zijn: niet alleen toen, maar ook daarna. Opdat wij allen één mogen zijn. Dit is eerder gezegd dan gedaan. De actualiteit laat maar al te vaak zien dat eenheid ver te zoeken is. … Of misschien toch niet? Zo hebben vorige week duizenden mensen - onder meer in Amsterdam - tegen populisme en verdeeldheid in de maatschappij gedemonstreerd, en voor meer solidariteit betoogd. In een persbericht stelde de organisatie van de betoging er genoeg van te hebben dat radicaal-rechtse angstzaaiers en populisten de politieke agenda in Nederland en wereldwijd bepalen. De grens is bereikt. Er moet hier iets tegen gedaan worden. … Geldt dit ook voor ons? Voor ons leven van iedere dag? Amen.
1e
lezing: Hand. 7, 55-60; 2e lezing: Openbaring 22, 12-14. 16-17.20; evangelie: Johannes 17, 20-26
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: ‘ Heilige Vader, niet voor hen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen een mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij een zijn zoals Wij een zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt een zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad. Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad voor de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.’