Preek van 12 januari 2025

Preek van 12 januari 2025

Feest Doop van de Heer

Vandaag vieren we het derde feest in de reeks openbaringen van Jezus. Kerstmis was het de eerste openbaring – de openbaring kindje Jezus aan de herders. Vervolgens het feest Drie Koningen – de openbaring aan de heidenen, de Wijzen uit het Oosten; en vandaag het feest de doop van Jezus – Jezus wordt geopenbaard en bevestig als de veelgeliefde Gods Zoon. Met het feest van Jezus’ doop sluit de Kersttijd af en is daarmee de Zondagen door het jaar van start.

Jezus, de oprechte Israëliet, gaat samen met zijn volk door het water heen. Hij is één met hun in strijden, lijden en sterven. Jezus deelt deze kwetsbaarheid samen. In het zich laten dopen steekt gans zijn levensproject. Het kruis en de verrijzenis zullen duidelijk maken wat in het doopsel is begonnen. Jezus had de schuldenlast van mensen op zijn schouder geladen. Zijn openbare optreden begint ermee, dat Hij in de plaats van de zondaar treedt. In de doop neemt Jezus de dood op zich voor de zonden van de mensheid. De stem die bij Jezus’ doop gehoord wordt, ‘Gij zijt mijn Zoon, mijn welbeminde Zoon’ is eigenlijk voor ieder gedoopte. Dus voor ons allen. Maar een mens wordt in wie God welbehagen is, kan niet zonder onze medewerking zijn. Jesaja vertelt al waarom Jezus als een mens was naar Gods hart. “Hij roept en schreeuwt niet, zegt geen grote mond op tegen kleine mensen, het geknakte riet zal niet breken. Hij zal gerechtigheid doen zegevieren. Enz. Wanneer wij ook zo leven: mededogen voor de zwakken, niet kapot maken wat er al slecht aan toe is, het geknakte riet niet breken maar helen, gerechtigheid laten winnen van oneerlijkheid, dan zullen we ongetwijfeld mensen naar Gods welbehagen zijn. Dat gaat niet vanzelf natuurlijk. We moeten daar in een levenslange proces ondergaan, met vallen en opstaan.

Willen wij worden zoals God bedoelt, aan wie Hij welbehagen is, dan moeten we ondergedompeld worden in een christelijk levensmilieu, geloven in God en liefde voor de naaste. Jezus zelf heeft als mens veel moeten doorstaan. Hij heeft ontgoocheling gekend, angst, twijfel en lijden. Door dat alles heen, is Hem steeds in het diepe bewustzijn bijgebleven, dat Hij door God, bemint wordt. Deze overtuiging ging zo diep bij Hem, dat Hij zijn lot, de doodsstrijd en Godsverlatenheid op het kruis, op God bleef toevertrouwd. In wezen moet toch Jezus een diepe gelukkige mens geweest zijn, omdat Hij leefde vanuit de ervaring, dat God Hem aanvaard. Als we merken dat wij niet aanvaard worden, dat zij ons links laten liggen, dan wordt het ons alles te veel en zinloos! Gij zijt mijn welbeminde Zoon. Nogmaals, dat staat ook in ons leven geschreven. Aan allen die Jezus geloven, geeft God de kracht om kinderen van God te worden. Door het doop worden wij kinderen van God. Zouden wij daardoor niet vanuit een heel andere levenshouding kunnen leven? Want wij worden gedragen door Godsliefde. Gedoopt zijn is een genade en tegelijk een opgave om steeds meer bewust worden, dat wij zijn kinderen mogen zijn en omdat Hij ons liefheeft. Amen.

1e lezing: Jesaja 40, 1-5. 9-11; 2e lezing: Titus 2, 11-14; 3, 4-7; evangelie: Lucas 3, 15-16. 21-22.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd toen het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde, of hij niet de Messias zou zijn, gaf Johannes aan allen het antwoord: ‘Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging en de heilige Geest, in lichamelijke gedaante als een duif, over Hem neerdaalde, en een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld'