Broeders en zusters, is het gebod van de liefde wel zo nieuw? Vanaf het eerste Bijbelwoord tot de laatste bladzijde toe gaat het over liefde omdat we horen over een God die alleen maar liefde wil. En of het er nu met zoveel woorden staat. Het gaat over God en de mens en dat is liefde. Het is niet gegoten in een liefdesroman maar in een boek vol liefde die ook zijn rauwe kantjes kent dat weten we denk ik allemaal. Ik ben het aantal gewelddadige conflicten die re spelen op dit moment nog eens langs gelopen en ik moet met enige schaamte dat zo goed als alle gewelddadigheden raken aan godsdiensten. Sterker no: op het Hinodegeloof in India, waar ook een conflict speelt gat het bijna overal over de God van Abraham, Isaac en Jacob, de monotheïstische wereldgodsdiensten. De God is dus dezelfde, alhoewel niet iedereen het daar overeen is, maar het is de mens die er zijn eigen uitleg aangeeft waardoor er conflicten ontstaan. God is de persoon van de vrede, Jezus is zijn boodschapper en de mens denkt er zomaar een eigen draai aangeven en neemt God’s mening en plaats in. De god van de vrede gaat daar niet met geweld tegenin. Hij pleegt een liefdesdaad door zijn Zoon uit de hemel te zenden en uitleg te laten geven hoe Hij het heeft bedoeld. Een deel van de mensheid denkt: dat heb ik niet nodig ik geef zelf wel aan hoe God het wil hebben en gebruikt oorlog, geweld, manipulaties en wat voor narigheid nog meer om te bewijzen dat het zo is. En dat is het nu allemaal niet. Het woord liefde, de liefde zelf wordt met dezelfde oorlogsmiddelen bestreden als in de oorlog, bommen, uithongering, vernedering tot op het bot, verkrachting, noem het op en we zien het voor onze ogen afspelen. En dan lopen er nog een paar Messiassen rond zoals de heren Putin, Trump en Netanyahu die ons precies kunnen vertellen hoe het moet. Alle drie gelovige mannen. Trump zweert op de Bijbel, Putin staat met Pasen kaarsjes te branden in de kerk, en Netanyahu heeft het over zijn beloofde land.
Laten we nog eens terug gaan naar de Goede Week, Donderdagavond, we vieren het instellen van het priesterschap en van de eucharistie. Eigenlijk is het een afronding want de volgende dag lijkt het allemaal over te zijn want Jezus wordt ook omgebracht omdat er verschillende inzichten zijn over de interpretatie van zijn Zoon-schap van de Vader. De Romeinen, bang voor een oproer rond Pasen, de stad is overvol met mensen, een oproer houdt men niet in de hand dan Jezus maar ombrengen, om wat? Om Niets? Maar terug naar die donderdagavond. Jezus
Ter voorbereiding van het Paasmaal heeft Jezus net de voeten van zijn leerlingen gewassen, ook die van Judas en dan zegt Hij: ‘Wat ik bij jullie gedaan heb dat moet je ook bij elkaar doen.’ Wie groot wil zijn in het rijk van God moet de dienaar van allen zijn. Met andere woorden: Jezus is ook dienaar van Judas. Vervolgens zegt Hij: ‘Ik zal het brood in de wijn dopen, aan wie ik het geef, die zal mij overleveren.’ Hij doopt het brood in de wijn en geeft het aan Judas. Judas verlaat de zaal. Het was nacht zo staat er geschreven. Dat wil zeggen: het leven is een diepe duisternis. De andere leerlingen hebben niet door wat hier gebeurt. Ze denken dat Judas inkopen gaat doen omdat hij de kas beheert. Jezus echter beseft ten volle wat er gaat gebeuren. Als je laat doordringen wat hier gebeurt dan is het zeer dramatisch. Als ik in de schoenen van Jezus had gestaan dan zou ik toch met alle mogelijkheden proberen te voorkomen wat Judas van plan was te doen…. Jezus niet!!! Als Judas weg is spreekt Hij de gevleugelde woorden: ‘Een nieuw gebod geef ik jullie: dat je elkaar lief hebt.’ Het zijn haast onmogelijke woorden. Het zijn bijna dezelfde onmogelijke woorden als je vijanden liefhebben. Het is haast hetzelfde onmogelijke woord dat Jezus uitspreekt als hij aan het kruis wordt gespijkerd: Als je dit gebod van de liefde vertaalt naar concrete situaties dan kom je met jezelf in de clinch, want onze eerste reactie zal toch zijn: als iemand mij in elkaar wil slaan dat mag ik toch er ook op timmeren want het is zelfverdediging. En dat werk juist niet. Dan zien we nu om ons heen. De grote vraag van nu is: Hoe doorbreek je de spiraal van vergelding: ‘Oog om oog tand om tand.’ En dan klinkt vandaag dat bijna onmogelijke woord: ‘Een nieuw gebod geef ik jullie: dat je elkaar liefhebt.’ Dat woord van liefde is niet zomaar een woord, het is geworteld in een spiritualiteit van dood en opstanding. Zuid Afrika heeft ons wat geleerd. In plaats van de gerechtsgebouwen te laten overspolen met rechtszaken heeft men voor de ik noem het maar even de Jezus aanpak gekozen. Niet oog om oog, maar steek ook je andere wang toe asl je wordt geslagen. Verzoeningscommissie noemden ze het. Wat ze deden was daders en slachtoffers met elkaar laten praten over wat ze hadden meegemaakt. Ze deelden de pijn. Alleen zo konden ze verder. Pijn delen is misschien wel de uiterste vorm van gedeeld leven. Een van ons vroeg zich af of het gezamenlijk verdriet ook tot wederopstanding kan leiden tot een nieuwe vorm van samenleven tot een diep besef: Dat laten we ons niet meer gebeuren. Als we die levenswijsheid in Bijbelse woorden vertalen dan zeggen we dat de weg naar opstanding ons langs het kruis en door de dood heen leidt. Het gebod van de liefde is de opdracht om elkaar weer als mens te leren zien. In het dagelijks leven kunnen we erin oefenen.
1e
lezing: Hand. 14, 21-27; 2e lezing: Openb. 21, 1-5a; evangelie: Johannes 13, 31-33a. 34-35
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot de leerlingen: ‘Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en God is verheerlijkt in Hem. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God ook Hem in zichzelf verheerlijken, ja, Hij zal Hem spoedig verheerlijken. Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn. Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Hieruit zullen allen kunnen opmaken, dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.’