Preek van 20 augustus  2023

Preek van 20 augustus 2023

20e zondag door het jaar / Hoogfeest St. Bernardus

Broeders en zusters, we vieren vandaag het feest van de heilige Bernardus van Clairvaux. Deze abt leefde in de twaalfde eeuw en is voor ons monniken een grote en belangrijke figuur in de geschiedenis van onze Orde. Hij was het die de grote inspirator werd van het pas gestichte klooster van Cîteaux en daarmee van de hervormingsbeweging van de Regel van St. Benedictus. In zijn tijd speelde hij een belangrijke rol in het leven van de kerk en de wereld. Tot op de dag van vandaag inspireren zijn geschriften ons in onze monastieke zoektocht naar God.

Nu zult u als gewone zondagse kerkganger denken: ‘wat moeten wij daar nu mee?’ Een terechte vraag, maar stelt u zich vandaag eens de vraag: ‘welke heilige is voor mij belangrijk?’ ‘Heb ik een heilige die mijn inspiratiebron is?’ Voor orthodoxe en katholieke christenen zijn heiligen een steun in de rug in hun geestelijk leven. Protestantse christenen daarentegen zijn al gauw bang, dat deze heiligen juist een sta-in-de-weg zijn voor een relatie met God. De heiligen als hulp of als obstakel? Wat zijn ze voor u? Heeft u zo’n heilige?

Wellicht denkt u nu aan Maria, aan Antonius van Padua, aan uw eigen naamheilige, aan St. Jozef. Wellicht hebt u een onbekende heilige als tochtgenoot. Peerke Donders misschien of uw ouders, uw overleden echtgenoot. Heiligen hoeven niet altijd bekend te zijn of officieel heilige te zijn verklaard. Belangrijk is om de heiligen te zien als vrienden. Zij zijn vrienden van God, maar ook vrienden van allen die in God geloven: vrienden van ons.

Bernardus van Clairvaux is voor mij zo’n vriend op mijn weg als monnik en wel door zijn wijsheid, zijn voorbeeld en door zijn woorden. Ofwel om met de lezingen te spreken: hij is wijsheid, licht en zout. Een vriend want ook ik - net als ieder mens - heeft nood aan een vriend, aan vriendschap. Een vriend kan je een woord van wijsheid, inzicht geven, waardoor je dingen in het leven anders gaat zien. Hij of zij kan een voorbeeld voor je zijn, zodat je weet welke weg je moet gaan. Een vriend kan bemoedigen, aansporen, troosten om vol te houden. Wat zouden we zijn zonder vrienden? Wat zouden we als gelovigen zijn zonder heiligen?

Bernardus van Clairvaux heeft veel wijze woorden gesproken, maar vooral dit woord springt er voor mij uit: “Liefde is iets groots! Tenminste als zij terugkeert naar haar bron; als zij maar terugstroomt naar haar oorsprong, als zij terugvloeit naar haar bron en daar altijd nieuwe krachten opdoet om te blijven stromen.” (SCC 83,4). Dit is een woord van wijsheid! Het geestelijk leven, onze relatie met God en daardoor met elkaar gaat om: beminnen en bemind worden. Wij mensen denken altijd, dat het begint bij onze liefde naar God toe. St. Bernardus heeft altijd duidelijk gemaakt, dat onze liefde echter altijd een antwoord is op de liefde van God die daar aan vooraf gaat. Gods liefde is de bron van onze liefde en onze liefde tot God keert altijd weer terug naar die bron. Het leven is beminnen en bemind worden. Een constante stroom van liefde! Zelfs wanneer wij dit niet altijd ervaren. Liefde blijft stromen! Wat een wijsheid!

Het voorbeeld van Bernardus van Clairvaux is voor mij een licht, dat wil zeggen dat ook in de donkere dagen en momenten van het leven zijn woord mij er doorheen kan helpen. ‘God zoekt mij niet om mij aan te klagen maar om mij lief te hebben!’ (SCC 83, 6) Dat woord van Bernardus is als een licht. Hij is een vriend die mij laat zien dat er een God is die altijd op zoek is naar mij: niet om mij te veroordelen of aan te klagen, maar enkel om mij te beminnen. Wat een licht!

Ten slotte is een echte vriend ook degene die mijn wonden kan zuiveren met het zout van zijn woord en voorbeeld. Bernardus doet voor mij hetzelfde. Net als iedere mens ben ook ik gewond en twijfel ook ik aan een God die naar mij zoekt om mij te beminnen. Ik loop vaak weg voor die grote waarheid. God blijft echter zoeken. Dit woord van Bernardus is op zo’n momenten als zout dat zuivert: “Wanneer God bemint, verlangt Hij niets anders dan bemind te worden. Hij bemint immers met geen ander doel dan om te worden bemind, daar Hij weet, dat al wie Hem beminnen door die liefde zelf gelukkig zullen zijn”. (SCC 83,4) Wat een zuiverend zout!

Broeders en zusters, laat dit feest voor ons een aansporing zijn om dankbaar te zijn voor al die vrienden, de heiligen, die God ons gegeven heeft om met hun woorden van wijsheid, licht en zout een hulp op onze weg naar God te zijn. Een Nederlandse filosoof heeft eens gezegd: ‘vriendschap is de enige relatie die intense bemoeizucht toestaat’; waarachtige vrienden willen elkaar behoeden voor wanhoop en zelfgenoegzaamheid. Laat daarom de heiligen, de vrienden van God toe in uw leven. St. Bernardus is voor mij, voor de monniken een vriend, maar er zijn er - god zij dank - ontelbaar velen!

1e lezing: Wijsheid 7, 7-10. 15-16; 2e lezing: Filip. 3, 17–4,1; evangelie: Matteüs 5, 13-19.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waar mee zal men dan zouten? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is. Denkt niet dat Ik gekomen ben om Wet en Profeten op te heffen; Ik ben niet gekomen om op te heffen, maar om de vervulling te brengen. Want voorwaar, ik zeg u: Eerder nog zullen hemel en aarde vergaan, dan dat een jota of haaltje vergaat uit de Wet, voordat alles geschied is. Wie dus een van die voorschriften, zelfs het geringste, opheft en zo de mensen leert, zal de geringste geacht worden in het Rijk der hemelen, maar wie ze onderhoudt en leert zal groot geacht worden in het Rijk der hemelen’.