Preek van 21 februari 2021

Preek van 21 februari 2021

Broeders, enkele jaren geleden las iemand tijdens het nachtofficie uit het Bijbelboek Ruth voor. In plaats van het woord losser uit te spreken maakte hij er loser van. Het is het fragment in de stadpoort dat Boaz de grondrechten van Naomi wil overnemen en daarbij ook de verantwoordelijkheid voor Ruth op zich neemt. Daaruit volgt de geboorte van Obed  en Isai, zodat  David het levenslicht kan aanschouwen en de continuïteit van de stam Juda is verzekerd waardoor Israël  zijn grote koning kan krijgen. We noemen dat lossen.

 U zult zich waarschijnlijk afvragen wat dat met de lezingen van vandaag te maken heeft. Ik kom daar zo op terug. We hebben twee verhalen die met elkaar verbonden zijn door de spanningsboog die over de hele Bijbel en ons leven staat: de regenboog, het beeld van het basisverbond dat God met de mens sluit. In grote lijnen gaat het dan inhoudelijk over de plicht om rechtvaardig te zijn, God niet te vervloeken, om het verbod op afgoderij, om niet doden, geen incest te plegen, om niet te stelen en geen vlees te eten van een levend dier. Zeven Noachidische geboden, ná die verschrikkelijke zondvloed, omdat het helemaal opnieuw moest beginnen.

Het bijzondere van dit rudimentaire verbond, het basisverbond, is de inclusiviteit. Alles is er in opgenomen. De mens, dieren, planten, alles wat er leeft. God sluit het met zijn hele schepping in. Daardoor kunnen we ook stellen, dat de mens zich niet meer boven de flora en de fauna kan plaatsen. Zij hebben evenveel rechten. We mogen dat het eerste ecologisch verbond noemen waarin de mens niet alleen meer te nemen heeft, maar ook zorg heeft te dragen. Later zal het uitgroeien tot de tien Woorden, die Jezus op zijn manier eigentijds verwoordt in de Bergrede (Matt. 5-7) en die uiteindelijk ook de basis zullen vormen voor de Universele Rechten van de mens.

 Noach is een rechtvaardige, zo staat er aan het begin van het verhaal. Hij moet de toekomst garanderen nadat God eerst de aarde volkomen schoonspoelt door een mega-tsunami. God lijkt helemaal klaar te zijn met de mens: diep teleurgesteld in en zelfs gekwetst door de mens. Hij grijpt rigoureus in. Hij komt, nadat de aarde wederom woest en ledig is geworden, tot het inzicht dat Hij het niet goed heeft gedaan. Hij heeft spijt en belooft het nooit meer zo te doen. Voelt u aan hoe intiem en intens dat is: God die spijt betuigt aan de mens. Hoe dicht kan God de mens naderen? Hij committeert zich: ‘ik zal de mens niet meer laten vallen’. Het is zijn kant van het verbond.
Hoe de mens het invult?  De Bijbel staat er vol van. Noach doet het eigenlijk tragisch. Allereerst moet God hem de ark uitpraten, omdat hij er zelf niet uit durft te komen. Hij opent deur en raam, en dat is het dan. Heeft hij angst om een nieuw bestaan op te bouwen? Ná 21 dagen is hij er nog niet uit. In plaats van een heroïsche uitstraling ligt hij aan het eind van zijn leven door de wijn beneveld en half bewusteloos volkomen naakt op zijn bed. Zijn drie zonen moeten allerlei capriolen uithalen om, zonder zijn naaktheid te zien, zijn schaamte te bedekken. God had hem kunnen lossen, de verantwoordelijkheid voor hem op zich kunnen nemen en hem kunnen redden uit deze precaire houding, waardoor hij als rechtvaardige held dit leven had kunnen laten verlaten. God laat hem aan zijn lot over en zo  wordt God van een losser een loser, omdat Hij geen actie onderneemt. Ik kom terug op dat woord, omdat ik het vond in een overweging van een jongeman bij de Evangelielezing van vandaag. Hij noemt Jezus een loser. Dat bevreemdt eigenlijk niet. Ook tijdgenoten van Jezus en zelfs onder zijn volgelingen zullen er zijn geweest die Jezus een loser vonden. Hij voldoet totaal niet aan het beeld van een koning. Hij heeft geen paleis, geen hofhouding, niets van dit alles. Over een aantal weken zullen we weer met Hem meeleven als Hij zijn pijnlijk ‘on-koninklijk lot’ ondergaat. En ook hier kunnen we ons weer de vraag stellen: ‘waarom lost God Hem niet en wordt Hij tot een loser?’
De Satan heeft vrij spel en er komen wat engelen aanvliegen om Hem te dienen, maar zijn Vader is niet in beeld om Hem te steunen in deze intense leegte van de woestijn die zich bij uitstek leent voor Satanische gedachten. Wij monniken zullen er zeker iets van herkennen. De woestijn is ook regelmatig ons deel.
Dan rukt Jezus zich los uit de woestijn als Johannes de Doper is vastgezet. Iemand moet zijn werk overnemen en uitbreiden. Jezus actieve leven van de Blijde Boodschap begint. Een ook Johannes wordt niet gelost door God. Hij krijgt een tragische dood.

Er zullen in een gelovig mensenleven vele malen zijn dat we ons afvragen: ‘God waar was U? Ik had U nodig!’ God heeft met elk van ons een doel voor ogen. Maar dat beantwoordt niet aan hoe wij het zelf zouden willen hebben, hoe hard we ook bidden. Het is ook de vraag of we geholpen zouden zijn als wij God onze wil op zouden kunnen leggen.
Met Noach is het zo, dat hij als uitverkorene een nieuw begin mag maken. Daarbij staat Noach model voor de mens. Als God het allemaal voor Noach zou hebben opgeknapt dan was het niet nodig geweest. Als God alles voor de mensheid zou opknappen, dan zouden we onze eigenheid kwijtraken en geen enkele groei doormaken. We zouden dan ook niet in staat zijn een gelijkwaardige relatie met Hem aan te gaan. Hij heeft ons zo oneindig lief, dat Hij ons de ruimte geeft om te falen en te blunderen, om er van te leren en tot volle wasdom te komen. Toch is het met Jezus wat ingewikkelder. Jezus is nog meer dan wij Zijn vlees en bloed. Geen koninklijke waardigheid. Waarom laat Hij zijn eigen Zoon toch zo aanmodderen in de woestijn? Waarom laat hij zijn vlees en bloed zo beschimpen? Waarom moet zijn Geliefde zo vreselijk aan een kruis sterven? Hij verliest ogenschijnlijk op alle fronten, een echte loser. God kan Jezus niet lossen, of … Hij kan het wel, maar dan kan Jezus niet echt mens worden zoals wij het in het nachtofficie hoorden. Jezus moet volledig mens worden om ons te (kunnen) lossen, vrij te kopen. Als God Hem zou lossen, kan dat de menswording niet plaatsvinden en kan Jezus ons niet lossen en blijven wij als losers achter. Het is allemaal nodig om ons - de hardnekkigen, die nog steeds onvoldoende openstaan voor Gods liefde - de ogen te openen. Gods grootse liefde voor de mens zit hierin, dat hij zichzelf volledig laat vernederen om ons zijn liefde te betuigen. Dat deze schokkende getuigenis ons in ieder geval als voorbeeld dient hoe wij naar zijn voorbeeld kunnen leren om het naar Hem en naar elkaar anders te doen. Dus God doet alles wat wij nodig hebben door in dit geval niets te doen. Wij zijn aan zet. Laten we met Jezus op weg gaan om Hem te lossen.

1e lezing: Genesis 9, 8-15; 2e lezing: 1Petrus 3, 18-22: evangelie: Marcus 1, 12-15
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd  dreef de Geest Jezus naar de woestijn. Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door, terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten. Nadat Johannes was gevangen genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. Hij zeide: ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.’