Preek van 21 juli 2019

Preek van 21 juli 2019

Zusters en broeders, choqueert het evangelie ons nog wel? Zetten de woorden van de Blijde Boodschap ons leven nog wel eens op zijn kop? We hebben de woorden van het evangelie zo vaak gehoord, dat we er soms nauwelijks nog aandacht aan schenken. We kennen ze wel; we weten wel waar ze over gaan. Of we hebben er al zo vaak over horen praten dat we gevangen zitten in één bepaalde uitleg. Schokt het verhaal van Maria en Martha ons nog? Een vraag die we ons ook konden stellen bij het verhaal van vorige zondag over de barmhartige Samaritaan.

Volgens één van de bekendste, hedendaagse kenners van het Nieuw Testament, de Engelsman N.T. Wright, kunnen we het verhaal van Maria en Martha maar goed begrijpen wanneer we het schokkende in dit verhaal ontdekken. Wat Jezus hier vandaag in dit huis van Martha en Maria doet, is voor zijn tijdgenoten even schokkend als zijn voortdurend maaltijd houden met tollenaars en zondaars. Even schokkend als zijn omgang met hoeren en melaatsen. Even schokkend als het feit dat hij rondtrok als een rabbi samen met mannelijke én vrouwelijke leerlingen. Jezus doorbreekt in zijn prediking van het Rijk Gods altijd de conventionele gewoontes. Hij doet dat heel bewust om iets over God te zeggen.

Zo ook vandaag! Het ongehoorde in het verhaal van vandaag is dat Maria aan de voeten van Jezus zit om te luisteren naar zijn onderricht. In de tijd en de cultuur van Jezus is dit absoluut niet de plaats van de vrouw! Zij hoort in de keuken bezig te zijn met het klaar maken van het voedsel en het opdienen ervan. Zij hoort te zorgen dat het de meester en de andere gasten aan niets zal ontbreken. Dat Jezus het toelaat dat een vrouw aan zijn voeten zit – terwijl dat de plaats van de mannen is – dat stoort Martha meer nog dan dat Maria niets uitvoert. Martha is niet geschokt door de houding van Maria, maar door de houding van Jezus. Dit kan Hij toch niet toelaten; deze ommekeer van alle gewoontes?

Jezus laat het wel toe en choqueert daarmee de mensen om te laten zien dat iedereen zonder uitzondering geroepen is om leerling te zijn. Het maakt niet uit of je man bent of vrouw, arm of rijk, gezond of ziek, vrije of slaaf, Jood of Griek. Bij God is geen aanzien van persoon. Iedereen is welkom om Hem te ontvangen. Al het andere komt daarna. Het vertrekpunt is voor iedereen hetzelfde namelijk, dat wij door God bemind worden en dat wij allen zonder uitzondering mogen luisteren naar dat liefdeswoord dat komt uit Gods mond.

Het schokkende van het verhaal van Maria en Martha is dat God vriendschap sluit met iedereen, zonder uitzondering. In Jezus is er geen uitverkoren volk, ras of natie meer; ook geen uitverkoren mannelijk deel van de bevolking. Iedereen mag aan zijn voeten neerzitten om leerling te zijn. Zo wordt Bethanië het huis van de vriendschap. Een vriendschap van God met alle mensen maar ook een vriendschap tussen al de vrienden van God.

Zo wordt ook het huis van een nieuwe toekomst de tent van Abram en Sara, bij de eik van Mamre. God komt onverwacht op bezoek in dit huis waar geen vreugde is, geen hoop omdat dit echtpaar geen zoon, geen erfgenaam kan krijgen. De lach van de toekomst ontbreekt in de tent van Abram en Sara. Het schokkende is dat God zomaar, zonder reden, zich het lot aantrekt van deze twee mensen. Dat is vriendschap en zij stellen zich voor deze goddelijke inwoning open en mogen een nieuwe toekomst begroeten in de geboorte van een zoon, Isaac: Gods glimlach.

De lezingen van vandaag moeten ons choqueren. God sluit vriendschap met iedereen en schenkt daardoor nieuwe toekomst. Laten we met Maria tijd nemen om dit goede nieuws goed tot ons te laten doordringen voordat we vanuit dit geweldige geheim gaan handelen. Laten we eerlijk zijn dat we vaak vooral als Martha door het leven rondrennen en vlug vergeten dat God als een vriend in ons woont en ons een nieuwe toekomst opent, reeds nu maar ook in Zijn eeuwigheid.

1e lezing: Genesis 18, 1-10a; 2e lezing: Kol. 1, 24-28; evangelie: Lucas 10, 38-42.
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd kwam Jezus in een dorp, waar een vrouw die Marta heette, Hem in haar woning ontving. Ze had een zuster, Maria, die gezeten aan de voeten van de Heer, luisterde naar zijn woorden. Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen, maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei: ‘Heer, laat het U onverschillig, dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dan dat ze mij moet helpen.’ De Heer gaf haar ten antwoord: ‘Marta, Marta, wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen. Slechts een ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen, en het zal haar niet ontnomen worden.’