Preek van 29 december 2024

Preek van 29 december 2024

H. Familie, Jezus, Maria en Jozef

Vermoedelijk zijn er maar weinigen onder ons die zich realiseren dat al wat wij bedenken en uitspreken gekregen of geleende gedachten zijn. Zelden is er iets origineels waarvan wij kunnen zeggen dat wij dit zelf hebben uitgedacht. Zo kunnen we ons best voorstellen dat de beroemde Einstein ook heeft moeten leren rekenen, net als zijn klasgenoten. Misschien ging het iets vlugger maar leren moest hij het. Zo is ook Rembrandt ooit bij een meester in de leer gegaan en heeft Maria Callas bij iemand noten leren lezen. Wie wij ook zijn, wij moeten eerst ontzettend veel ontvangen om pas later zelf aan het werk te kunnen gaan. Het gaat dan niet enkel om kennis of vaardigheden, om het besef wat mag en niet mag, maar ook om bevestiging, waardering, respect en dankbaarheid die we vervolgens geleidelijk zelf wegschenken.

Zo ook, willen we het evangelieverhaal van vandaag begrijpen dan moeten wij weet hebben van eenzelfde weg die Jezus is gegaan. Want spontaan denken en lezen wij het evangelie van achter naar voren, dat wil zeggen: vanuit de kennis dat Jezus uiteindelijk de Christus geworden is, We kennen - met andere woorden - reeds de ontknoping en volgen dan de weg die Jezus daartoe heeft afgelegd, een weg waarin Hij steeds sterker is gegroeid. Vanuit diezelfde kennis zijn ook de evangeliën geschreven en vanuit een zelfde herinnering is de liturgie ontstaan en gegroeid.

Voor een feest als vandaag bestaat daarmee het gevaar dat wij Maria en Jozef te gemakkelijk op een niveau plaatsen dat zich boven het alledaagse leven verheft. Wij denken dan aan een huiselijk leven dat vanaf het begin uitzonderlijk begenadigd was alsof het eten nooit kon aanbakken. Alsof er nooit een plank brak wanneer Jozef aan het werk was en Jezus zich nooit bezeerd heeft wanneer hij met de hamer op zijn vingers sloeg. Dat het verhaal over Jezus’ achterblijven in de tempel geen melding maakt over deze en soortgelijke feiten is een teken dat Lucas er andere bedoelingen mee had. Zo begrijpt de lezer dat Jezus thuis opgevoed werd volgens de normen van de joodse traditie. En nemen we spontaan aan dat Hij samen met zijn ouders jaarlijks naar de tempel trok. En Hij nam er blijkbaar actief deel aan de rabbijnse discussies waarbij Hij opviel door zijn inzicht en wijsheid. Tegelijk toont Lucas vandaag duidelijk aan dat Jezus reeds vroeg een eigen weg ging, die onafhankelijk was van zijn ouders. Hij leefde vanuit en voor zijn hemelse Vader. Een inspiratie die uiteindelijk zijn volle leven zou bepalen. Een band die boven de banden van bloedverwantschap gaat en die wel een spanning van onbegrip teweeg bracht in het gezin. Een spanning vooral met zijn moeder die we in het Lucasevangelie nog minstens tweemaal zullen tegenkomen. Want Jezus acht blijlbaar degene hoger die luistert naar het woord van God en ernaar handelt (Lc 8,19 en 11,17-18). Wanneer we deze woorden goed begrijpen zien we dat Jezus meer respect vraagt voor wat Hij als zijn roeping beschouwt dan voor zijn afkomst.

Maar anderzijds dwingen beide ouders heel veel bewondering en respect af want, ook al begrijpen ze niet veel van hun zoon toch gaan ze eerbiedig en respectvol met Hem om. “Maria bewaarde alles in haar hart”, staat er. Een zin die we op veel momenten in het evangelie kunnen plaatsen want tot op het kruis, en wellicht tot en met het Pinksterwonder volgt zijn moeder Hem op voorbeeldige wijze tot het bittere einde. Met een even sterke zin over Jezus als zoon van Maria en Josef eindigt het evangelie van vandaag en daarmee is die mooie zin ook het laatst wat Lucas ons verkondigt over die bijzondere zoon en over het gezin van Nazareth waarin Hij is opgegroeid: “Het kind groeide op en nam toe in krachten. Hij werd vervuld van wijsheid en de genade van God rustte op Hem. Mooier en tegelijk eenvoudiger kan het niet gezegd worden. Daarmee moeten wij het stellen: met die alledaagsheid. Met het besef hoe God met ons omgaat. Elders hoeven we Hem niet te zoeken.

1e lezing: 1 Sam. 1, 20-22. 24-28; 2e lezing: 1 Joh. 3, 1-2. 21-24; evangelie: Lucas 2, 41-52
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Elk jaar trokken gingen de ouders van Jezus voor het paasfeest naar Jeruzalem. Toen Hij twaalf was geworden gingen ze weer, gewoontegetrouw. Toen de feestdagen voorbij waren en ze naar huis terugkeerden, bleef het kind Jezus in Jeruzalem achter, zonder dat zijn ouders het wisten. In de veronderstelling dat Hij zich bij het reisgezelschap bevond, reisden ze een hele dag voordat ze Hem gingen zoeken bij familie en kennissen. Maar toen ze Hem niet vonden, keerden ze naar Jeruzalem terug om Hem daar te zoeken. Pas na drie dagen vonden ze Hem in de tempel; Hij zat er midden tussen de rabbi's, luisterde naar hen en stelde hun vragen. Allen die Hem hoorden, stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen ze Hem daar zagen, waren ze zeer ontdaan. Zijn moeder zei: `Kind, hoe kon je ons dit aandoen? Wat waren je vader en ik ongerust toen we je kwijt waren.' Hij zei tegen hen: `Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?' Maar zij begrepen deze uitspraak niet. Hij ging met hen mee naar Nazaret, en schikte zich naar hen. Zijn moeder bewaarde alles in haar hart. Jezus werd een wijs en volwassen man, die steeds meer in de gunst kwam bij God en de mensen.