Preek van 9 juli 2023

Preek van 9 juli 2023

14e zondag door het jaar

Beste broeders en zusters. Het evangelie van vandaag gaat het over Jezus’ gebed aan God, de Vader. Hierin voelen we duidelijk hoe Jezus sterk verbonden met God, die Hij vaak noemde als Vader. Vader-zoon relatie duidt hier aan over de intieme verbondenheid met elkaar. In verschillende verzen in het evangelie is er veel te zien, waarop gezegd wordt, dat Jezus gaat bidden. Vroeg in de ochtend, voordat de zon schijnt, gaat Jezus naar de stilte om te bidden. Ook ’s avonds na de hele dag rondreizen van de ene stad naar de andere, van ene dorp naar het andere samen de leerlingen voor missie-reizen, gaat Jezus eerst samen naar een rustige plaats om hun werk te bespreken, te evalueren, maar ook daarna samen te bidden. Behalve bidden, bespreken ze, wat ze samen hebben gedaan. Op deze manier leert Jezus de leerlingen bidden en werken of verkondiging, met daden en woorden.

Dit perikoop zegt veel over Jezus’ gebed. Eveneens nodigt dit ons uit om zich af te vragen: ‘Hoe zit dan in ons eigen leven? Of onze relatie met God?’ Dat doet ons beseffen, dat we soms alleen maar denken aan eigen gedachten, namelijk gedachten die we niet kwijt kunnen raken. Het is alsof dat we het verleden mee willen blijven sjouwen, terwijl we in feite in het heden leven. Daarom zijn we niet bij de dingen die we aan het doen zijn, aan het nu. Als we ’s avonds naar bed gaan, kunnen we niet gemakkelijk slapen, omdat we denken aan alle mogelijke dingen van de dag, of die van vorige week, of zelfs die van vorig jaar, enz. enz. En dan hebben we nog niet eens gesproken over onze angst voor de toekomst. We zijn niet bewust, dat we daardoor zijn verlamd, door dat neerdrukkend gevoel van die zware lasten. De positieve dingen, die iedere dag gebeuren, kunnen we eenvoudig weg niet meer horen of zien. Het heden is niet aangenaam, omdat we er niet met de gedachten en het hart bij zijn. God, in feite, schenkt ons tekenen dag in dag uit, geeft ons attenties, maar we zijn niet thuis. We zijn in het huis van gisteren of in het huis van morgen. Wat God mensen schenkt, kun dus niet binnen komen. God geeft ons de hele dag, ieder moment. Hij geeft ons alle mogelijke goede dingen, maar we ontvangen ze niet omdat ons hart dicht is. Daarom zegt Jezus aan de leerlingen: “Neem Mijn juk op en kom bij Mij in de leer.”

Waar ligt de oorzaak dan? Allereerst waarschijnlijk dat we niet beseffen wat we doen en laten; daarna misschien omdat we nooit tevreden zijn, nooit genoeg voelen aan wat wij al hebben. Het moet altijd beter en nog meer. We jagen ons zelf op tot grote prestatie. Uit het evangelie van vandaag horen we nu een pleidooi voor een andere vorm van leven: wat eenvoudiger, meer opener en dichter bij de grond. Jezus manifesteert zich niet als een grote machthebber. Integendeel, hij noemt zichzelf de nederige en de zachtmoedige. In de zaligspreking had Jezus al eerder zich voorgesteld als de arme, de zachtmoedige, de barmhartige, de vredelievende, die zijn vertrouwen in God heeft verankerd. Jezus kan rust en verlichting schenken dankzij die verbondenheid met God. Jezus zegt het: “Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven”. Zo presenteert hij zich als de zachtmoedige, die rust zal geven. Hij is de Heer, die niet wil heersen maar dienen. Zachtmoedigheid staat daarom bij Hem hoog aangeschreven.

Hij hanteert de liefde als de enige maatstaf, maar de liefde die Jezus bedoelt, is meer dan aardig zijn voor elkaar. Het gaat om de veeleisende liefde die teder kan zijn maar ook strijdbaar maakt en creatief. Deze liefde is daarom niet altijd gemakkelijk. De liefde die Jezus ons oplegt, kan ook een juk en een last zijn. Want zij vraagt van ons dat we delen van wat we hebben en wat we zijn. Deze liefde vraagt daden van gerechtigheid en solidariteit.

Broeders en zusters, zoals Jezus de leerlingen uitnodigde, nodigt Hij ons nu ook uit om Hem daarin te volgen. We komen nu hier samen om op bepaalde manier iets van Jezus te leren, als de leerlingen van de goede meester. We leren van Hem niet door alleen een woord, ook niet alleen door een preek. We leren Hem juist door zijn aanwezigheid. Het gaat daarom niet om iets, maar het gaat dat wij hier iemand vinden. Dat is precies de oproep en uitnodiging die Jezus vandaag geeft: “Kom allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken: leer van Mij, Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen”. Broeders en zusters, wanneer we ons op de weg van de Zoon van God begeven, ontvangen we reeds zijn openbaring.

1e lezing: Zacharia 9, 9-10; 2e lezing: Romeinen 8, 9. 11-13; evangelie: Matteüs 11, 25-30
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd sprak Jezus: ‘Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze heb geopenbaard aan kleinen. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd. Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon tenzij de Vader, en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren. Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’

Beste broeders en zusters. Het evangelie van vandaag gaat het over Jezus’ gebed aan God, de Vader. Hierin voelen we duidelijk hoe Jezus sterk verbonden met God, die Hij vaak noemde als Vader. Vader-zoon relatie duidt hier aan over de intieme verbondenheid met elkaar. In verschillende verzen in het evangelie is er veel te zien, waarop gezegd wordt, dat Jezus gaat bidden. Vroeg in de ochtend, voordat de zon schijnt, gaat Jezus naar de stilte om te bidden. Ook ’s avonds na de hele dag rondreizen van de ene stad naar de andere, van ene dorp naar het andere samen de leerlingen voor missie-reizen, gaat Jezus eerst samen naar een rustige plaats om hun werk te bespreken, te evalueren, maar ook daarna samen te bidden. Behalve bidden, bespreken ze, wat ze samen hebben gedaan. Op deze manier leert Jezus de leerlingen bidden en werken of verkondiging, met daden en woorden.

Dit perikoop zegt veel over Jezus’ gebed. Eveneens nodigt dit ons uit om zich af te vragen: ‘Hoe zit dan in ons eigen leven? Of onze relatie met God?’ Dat doet ons beseffen, dat we soms alleen maar denken aan eigen gedachten, namelijk gedachten die we niet kwijt kunnen raken. Het is alsof dat we het verleden mee willen blijven sjouwen, terwijl we in feite in het heden leven. Daarom zijn we niet bij de dingen die we aan het doen zijn, aan het nu. Als we ’s avonds naar bed gaan, kunnen we niet gemakkelijk slapen, omdat we denken aan alle mogelijke dingen van de dag, of die van vorige week, of zelfs die van vorig jaar, enz. enz. En dan hebben we nog niet eens gesproken over onze angst voor de toekomst. We zijn niet bewust, dat we daardoor zijn verlamd, door dat neerdrukkend gevoel van die zware lasten. De positieve dingen, die iedere dag gebeuren, kunnen we eenvoudig weg niet meer horen of zien. Het heden is niet aangenaam, omdat we er niet met de gedachten en het hart bij zijn. God, in feite, schenkt ons tekenen dag in dag uit, geeft ons attenties, maar we zijn niet thuis. We zijn in het huis van gisteren of in het huis van morgen. Wat God mensen schenkt, kun dus niet binnen komen. God geeft ons de hele dag, ieder moment. Hij geeft ons alle mogelijke goede dingen, maar we ontvangen ze niet omdat ons hart dicht is. Daarom zegt Jezus aan de leerlingen: “Neem Mijn juk op en kom bij Mij in de leer.”

Waar ligt de oorzaak dan? Allereerst waarschijnlijk dat we niet beseffen wat we doen en laten; daarna misschien omdat we nooit tevreden zijn, nooit genoeg voelen aan wat wij al hebben. Het moet altijd beter en nog meer. We jagen ons zelf op tot grote prestatie. Uit het evangelie van vandaag horen we nu een pleidooi voor een andere vorm van leven: wat eenvoudiger, meer opener en dichter bij de grond. Jezus manifesteert zich niet als een grote machthebber. Integendeel, hij noemt zichzelf de nederige en de zachtmoedige. In de zaligspreking had Jezus al eerder zich voorgesteld als de arme, de zachtmoedige, de barmhartige, de vredelievende, die zijn vertrouwen in God heeft verankerd. Jezus kan rust en verlichting schenken dankzij die verbondenheid met God. Jezus zegt het: “Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven”. Zo presenteert hij zich als de zachtmoedige, die rust zal geven. Hij is de Heer, die niet wil heersen maar dienen. Zachtmoedigheid staat daarom bij Hem hoog aangeschreven.

Hij hanteert de liefde als de enige maatstaf, maar de liefde die Jezus bedoelt, is meer dan aardig zijn voor elkaar. Het gaat om de veeleisende liefde die teder kan zijn maar ook strijdbaar maakt en creatief. Deze liefde is daarom niet altijd gemakkelijk. De liefde die Jezus ons oplegt, kan ook een juk en een last zijn. Want zij vraagt van ons dat we delen van wat we hebben en wat we zijn. Deze liefde vraagt daden van gerechtigheid en solidariteit.

Broeders en zusters, zoals Jezus de leerlingen uitnodigde, nodigt Hij ons nu ook uit om Hem daarin te volgen. We komen nu hier samen om op bepaalde manier iets van Jezus te leren, als de leerlingen van de goede meester. We leren van Hem niet door alleen een woord, ook niet alleen door een preek. We leren Hem juist door zijn aanwezigheid. Het gaat daarom niet om iets, maar het gaat dat wij hier iemand vinden. Dat is precies de oproep en uitnodiging die Jezus vandaag geeft: “Kom allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken: leer van Mij, Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen”. Broeders en zusters, wanneer we ons op de weg van de Zoon van God begeven, ontvangen we reeds zijn openbaring.

1e lezing: Zacharia 9, 9-10; 2e lezing: Romeinen 8, 9. 11-13; evangelie: Matteüs 11, 25-30
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd sprak Jezus: ‘Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze heb geopenbaard aan kleinen. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd. Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon tenzij de Vader, en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren. Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’