Preek van Kerstnachtmis 2017

Preek van Kerstnachtmis 2017

Broeders en zusters, we hebben net het kerstevangelie gehoord. In 2017 zou het met wat andere hoofdrolspelers zo kunnen klinken. Het was in het vierde regeringsjaar van Koning Willem Alexander toen Mark Rutte voor de derde maal, na bijna 9 maanden, landvoogd van de lage landen werd. Op 8 december begonnen de alarmbellen te rinkelen in een Rabostal die in het hart van Brabant staat. Vroeger heette die de boerenleenbank en daar deed heel Brabant zaken mee en nu is deze een gigant geworden waarin niet alle wegen meer naar Bethlehem lopen. Doordat de vertrouwdheid met de naam Bethlehem er niet meer is - men denkt aan Palestijnen en niet aan Jezus die dat eigenlijk was of eigenlijk ook weer niet, want Jezus is een Palestijn - werd er alarm geslagen, omdat ik op die datum, precies 9 maanden voor de geboorte in Bethlehem, een overboeking had gedaan. Niet om de stal, waar we net over hoorden in te richten als hygiënische kraamkamer, maar gewoon om een project in het beloofde land te ondersteunen. Op de overschrijving stond: Arabic Bank, Bethlehem IS. Tja, en dan wordt de conclusie snel getrokken Arabisch Bank in het Midden-Oosten en werd IS gelijk ISIS en geen Israël. Dus waar was ik mee bezig?

Om het maar soft te zeggen: ik wilde in opdracht leed verzachten, maar had de schijn van een relatie met een terroristische organisatie over me heen geroepen. Wat is er veranderd in 2017 jaar? De kernwaarden en de angsten in ieder geval niet. De angsten, die ons vaak worden opgedrongen door een krampachtige overheid, waren er en zijn er. Ze heetten toen Romeinen en nu populisme. De kernwaarden heeft de overheid, die voor onze veiligheid zorgt, denk ik zo gemaakt. Wij zetten ons er eigenlijk tegen af, want het werkt niet en we merken, dat we aan de basis prima in staat zijn om een leefbare samenleving van zorg en verbinding te maken: we zien het zelf wel waar het schort. Ik doe gewoon de steunkousen bij een ander aan, omdat ik zie dat die het niet alleen kan en daarvoor heb ik geen participerende samenleving, maar alleen een paar ogen en een paar handen. Zo doen we wat er op ons pad komt.

Wat is er veranderd in 2017 jaar? Ook nu zijn er nog de weeën van het kerstkind dat geboren gaat worden en elk jaar wordt opnieuw duidelijk, dat het allemaal de stal van Bethlehem en de kribbe niet overstijgt. Maar nu heet het anders: wie nodigen we uit en wie vooral niet, want het familiediner is bij ons nog niet aan de deur geweest; welke mensen horen er bij en wie sluiten we buiten en krijgen geen plek in de herberg ‘Nederland BV’? We zijn wel bezig met aan wie we welk cadeau geven en wat de basiskleuren voor de kerstversiering zijn. En toch weten we diep in ons hart allemaal, dat het een soort gekte is die alleen maar stress oplevert.

Ik was met een groep mensen in gesprek, die het om welke reden dan ook altijd moeilijk hebben met de feestdagen. U kunt zelf ook wel iets bedenken, omdat er mensen zijn die er niet meer zijn en die missen we. Met anderen hebben we het heel ingewikkeld gemaakt en die knoop hebben we er nog steeds niet uitgehaald: zou hij misschien toch bellen of voor de deur staan, die verloren Zoon of dochter?
Toen zei iemand ‘toeval’ bestaat niet. Mijn beide kinderen zijn op 12/12 om 24.00uur geboren en het was grote crisis rond de beide geboorten, totdat de eerste schreeuw uit de mond van de boreling kwam. Het kind leefde door te beginnen met ademen, met Gods levensadem.

Ik heb het genoegen mogen smaken om bij veel bevallingen te mogen assisteren, ook in hutjes in Afrika die minder dan een stal zijn. En het meest ontroerende en goddelijke wat er bestaat, is de oerschreeuw van een kind dat geboren wordt, omdat het ons terug brengt bij de essentie van het bestaan. Dat doet ook deze nacht, waarin het kerstverhaal wordt voorgelezen. Als we alle toeters en bellen schrappen, blijft de eerste schreeuw van leven over en is alle pijn geleden waardoor er louter vreugde is.

In de loop van het leven lopen we dan wel weer het nodige op, maar dat komt ook wel omdat we het vaak zo opblazen. Wetenschappelijk is vastgesteld, dat 90% van de dingen die we bedenken niet uitkomen. We doen het helemaal niet zo slecht. We zijn niet tegen asielzoekers, die uitgeput en geslagen onze grenzen overstrompelen, want het roert ons hart. We zijn niet tegen moslims, die hun geloof net wat anders beleven dan wij. Veel wordt ons opgedrongen door politieke verkiezingsretoriek. Maar weet u: we moeten ons niet gek laten maken. We hebben alle roddel en achterklap gehoord over mensen die zich hebben misdragen: #metoo hebben we het genoemd. Maar daarvoor geldt, dat het ons nauwelijks lukt om het tot de essentie terug te brengen. Het is in één woord te vangen als de éne macht uitoefent over de ander, ontstaat er scheefgroei.

Macht levert alleen maar eenzaamheid in een ivoren toren op. Machteloosheid brengt ons veel meer. Het kan ons doen inzien, dat we het niet alleen kunnen en dat - als we er samen de schouders onderzetten - er heel veel moois uit voortkomt. Als het ons dat inzicht oplevert dan heeft het ons toch gebracht om het slachtoffer niet tekort te doen. Nee, we kunnen zelfs bij hem of haar in de machteloosheid gaan staan, want in gedeelde machteloosheid zijn we niet alleen. We zijn allemaal uitgerust met een stel hersenen en een paar handen en voeten, en die brengen ons daar waar we willen zijn en waar we nodig zijn. God heeft ons geschapen met een goede inborst, en doen we soms domme dingen. Maar we moeten daardoor niet gelijk denken, dat we slecht zijn.

In deze kerstnacht wordt het ons opnieuw duidelijk gemaakt. Dat moet niet leiden tot te makkelijke en goedkope kerstboodschappen en verzuchtingen van: kon het maar het hele jaar zo zijn als met kerst of waarom duurt kerst zo kort? We vieren onze eigen wedergeboorte en in de kerstnacht geeft God in de geboorte van zijn Zoon de levenskus aan U, aan mij, aan de migrant, aan iedereen: de machteloze zal het voelen. Het verschil tussen rijk en arm, tussen man en vrouw, tussen rassen en levensovertuiging, tussen verslaafd zijn of andere geaardheid, tussen dakloos of huizenbezitter zijn, en zo kan ik nog wel even doorgaan. We zijn allemaal gelijk, waarop geen enkel etiket plakt. God noemen we Almachtig, maar dat is geen menselijke macht. Hij leeft ons voor hoe hij met ons in de machteloosheid staat door als het meest kwetsbare op aarde te komen, het kerstkind, zijn levenskus voor iedereen. Laten we vooral niet te krampachtig worden als ons gevoel ons ingeeft de arm om de schouder van de ander te slaan, want dat is machteloosheid delen van waaruit de troost opborrelt. Dat is de levenskus delen. Zalig kerstfeest.

lezing: Jes. 9, 1-3.5-6; 2e lezing: Titus 2, 11-14; evangelie: Lucas 2, 1-14
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus, dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk. Deze volkstelling had voor het eerst plaats toen Quirinius landvoogd van Syrie was. Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad om zich te laten inschrijven. Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazaret naar Judea naar de stad van David, Betlehem geheten, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; zij bracht haar zoon ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: ‘Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.’ Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: ‘Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft.’.